United States or Dominica ? Vote for the TOP Country of the Week !


Maar ik zal het haar doen merken, wanneer ik haar aan den scheepshaak sla; bij het ware Lichaam van God, ik zal haar voorspelen, dat zij mij naloopt als een gekkin haar kind. O zeide Bruno, gij zult haar besnuffelen als de zwijnen en het schijnt mij al, dat ik u haar rooden mond zie bijten met uw tanden als guitaarhoutjes en haar wangen, die twee rozen schijnen en haar heelemaal opeten.

Totdat het lijfje koud begint te worden, behandelen zij het alsof het sliep; dan krijgen ze echter argwaan, kijken er met wantrouwige blikken naar, besnuffelen het op een afstand zonder er met hun neus aan te raken, en glijden eindelijk weg, zich verbaasd afvragend waarom het zoo koud is, waarom het niet beweegt, of niet komt wanneer het geroepen wordt.

Als 't ware spottend met haar onmacht, lekte hij, zonder te wijken, op zijn gemak het bloed van de wonden, en kreeg intusschen een flinken beet in de uitgestoken tong. Zonder zich hierdoor van zijn stuk te laten brengen, ging hij voort het woedende en telkens weer opnieuw bijtende dier te besnuffelen en raakte het ook dikwijls met de tong aan, zonder toe te bijten.

Hem wasschen zullen moeder of ik vooreerst wel doen. Maar jij moet hem opvoeden tot een netten hond en zorgen, dat hij je gehoorzaamt. Het is een prachtig beest en een aardige speelkameraad. Hij moet nog grooter worden, want hij is nog jong. Kijk!" vader liet hem los en de hond bedacht zich niet lang, maar rende eenige malen den tuin rond. Toen ging hij allen besnuffelen.

Ongetwijfeld behooren de Apen tot de levendigste en bewegelijkste zoogdieren. Terwijl zij bezig zijn voedsel te zoeken, zijn zij geen oogenblik in rust. Voor een deel is de verklaring hiervan te vinden in het feit, dat nagenoeg al wat gegeten kan worden, hun als voedsel welkom is. Vruchten, bollen, knollen, wortels, zaden, noten, knoppen, bladen en sappige stengels vormen den hoofdschotel van hun maal; insecten worden echter niet versmaadt, eieren en jonge vogeltjes, als lekkernijen beschouwd. Daarom vinden zij overal wat te bekijken, te grijpen of af te plukken, te besnuffelen of te proeven; het beste wordt opgegeten, het overige weggeworpen. Dieren, die op deze wijze voedsel zoeken, maken veel beweging. Daarom komt de apenbende geen oogenblik tot rust. Van eigendomsrechten hebben deze schelmen een uiterst beperkt begrip. "Wij zaaien, maar de Apen oogsten," zeggen de Arabieren van Oostelijk-Soedan. Akkers en tuinen worden als allerbekoorlijkste plekjes beschouwd, en zooveel mogelijk geplunderd. Iedere Aap vernielt, als de gelegenheid schoon is, tienmaal meer dan hij opeet. Tegen zulke spitsboeven baten geen sloten of grendels, geen heggen of muren; zij maken de sloten open, klimmen over de muren, en wat zij niet opeten kunnen, nemen zij mede, goud en edelgesteente incluis. Men moet met eigen oogen een troep Apen hebben gezien, die op roof uitgaat, om zich goed te kunnen voorstellen, dat een boer zich over deze dieven halfdood kan ergeren. Voor wie er geen schade door lijdt, levert echter de Aap, die, aan een rooftocht deelnemend, al zijn kracht en vlugheid ontwikkelt, een hoogst interessant schouwspel op. Hij toont zijn bekwaamheid in 't loopen, springen, klauteren, potsen maken en desnoods ook in 't zwemmen. De kunstjes, die hij in de boomen verricht, grenzen aan het ongeloofelijke. Alleen sommige Menschapen en Bavianen zijn log in hunne bewegingen, de overige Apen zijn volleerde acrobaten; 't is alsof zij kunnen vliegen. Sprongen van 6

Het Roofdier begint met alle holen te besnuffelen. Zijn fijne reuk verraadt hem zonder fout, of een dezer woningen op dit oogenblik als rustplaats dient voor een of twee Ratten. Zoodra de Hermelijn een hol ontdekt heeft, dat hem buit belooft, gaat hij er zonder aarzeling in.

Wel is dat voor de eerste gevangene een heugelijk feit! De lotgenooten besnuffelen elkander, beraadslagen misschien ook over wat in het gegeven geval gedaan moet worden; de eerste gevangene is echter veel te hongerig om naar lange verhandelingen te luisteren.

Hun gezichtsvermogen is, evenals bij alle Paarden, tamelijk zwak, hoewel zij gedurende het leven in de vrije natuur door oefening een groote vaardigheid verkrijgen in het onderscheiden van voorwerpen op aanzienlijken afstand. Door middel van hun reukzin leeren zij de omgeving kennen. Zij besnuffelen alles, wat hun vreemd voorkomt.

Goede Paarden besnuffelen hun berijder op 't oogenblik, dat hij in den zadel stijgt; ik heb er wel gezien, die hem in 't geheel niet op den rug toelieten of zich niet door hem lieten sturen, als hij niet een 'poncho' medenam, een mantel, zooals altijd gedragen wordt door de landlieden, die Paarden temmen en voor 't rijden africhten. Op grooten afstand ruiken zij trouwens niet.

Dit deden de Hyenas ook; hare bescheidene verzoeken bestonden uit een zeer zacht, maar bijzonder heesch klinkend gekrijsch; zij bedankten ons, door zich op de achterpooten te verheffen en ons op de reeds aangeduide wijze te begroeten, of althans onze handen te besnuffelen.