United States or Mongolia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Te middernacht hoorde grootmoeder grootvader nog eenmaal murmelen: "Een nest en een gat!" Toen trok zij grootvaders slaapmuts eens recht, en sluimerde aan zijn zijde weder in. Maar den volgenden ochtend vond grootmoeder grootvader dood naast zich. En zijn mond stond scheef. De dokter kwam, en zeide, dat grootvader gebleven was in een beroerte.

De broeder bleef in een beroerte, waarop Sholto zich met den schat uit de voeten maakte? Hoe vindt ge dat?" »Waarop de doode man zonder bedenken opstond, de deur sloot en grendelde." »Hum! Dat is mis. Laat ons de zaak in algemeenen zin beschouwen. Deze Thaddeus Sholto was bij zijn broeder; er ontstond een twist; voor zoover wij weten. De broeder is dood en de juweelen zijn heen.

In dien zomer van 1837 ging Tolstoi's vader eens voor zaken naar Toela. Op weg naar zijn' vriend Tjemjeschoff werd hij plotseling door eene duizeling bevangen, wankelde en viel, door eene beroerte getroffen, dood neer.

Kan die niet van invloed wezen op die ber.... Nee, in allen ernst dokter, is daar met zekerheid iets van te zeggen? Zie, een beroerte vind ik nu juist het beroerdste wat er is. Je moet niet denken dat ik bang voor nommer één ben, God beware! maar...." "Hoor eens majoor, zeer zeker dragen we voor 't meerendeel onzen laatsten vijand van kind afaan met ons.

De man zou aan een beroerte gestorven kunnen zijn; maar dan, de vermiste juweelen. Ha! ik heb een theorie. Ik heb zoo van tijd tot tijd van die plotselinge ingevingen. Ga eens naar buiten, sergeant, en gij ook, Mr. Sholto. Uw vriend kan hier blijven. Wat denkt gij hiervan, Holmes? Sholto was volgens zijn eigen bekentenis, gisteravond bij zijn broeder.

De lucht is heet en verzengend, als die van een vurigen oven; aan de boomen en wijnstokken verdorren de vruchten en vallen af. Een gelijk lot hebben de vogels, die, als door eene beroerte getroffen, uit de takken naar beneden tuimelen. Op den weg liggen de honden dood; de verdroogde tong hangt hun ver uit den bek. De thermometer klimt hooger en hooger, tot hij op 147 graden Fahrenheit staat.

Kijk! ik werd zoo kwaad menheer! dat ik docht een beroerte te krijgen; en ik docht: wacht, dikke! hou jij maar reis 'en oogenblikkie op, dan zel ik reis-meepraten want weetje wat? ik meende ze vierkant te zeggen dat ik 't niet en dee.

Fem heeft het gezeid. Is je moeder weer beter? Ze was ommers ziek, niet waar? Koorts ... of ... 'n beroerte, of ... wat was 't ook? Gut , juffrouw.... Je moet me geen juffrouw noemen, want ik ben waschvrouw. Ieder moet in z'n stand blyven, niet waar, pater? Zóó, is je moeder niet ziek geweest? Nu, des-te-beter! Ik meende dat ze ziek geweest was.

't Thijn niet alleen de wethpen, meneer d'r thijn groote oorwormen, meneer, thóó groot, meneer." "M'n vrouw krijgt er haatht een beroerte van angtht van, meneer.

Geen Jacquerie. De maatschappij kan te dien aanzien gerust zijn; het bloed zal haar niet meer naar het hoofd stijgen; maar zij moet er op letten, hoe zij ademt. Er is geen beroerte meer te vreezen, maar wel tering. De maatschappelijke tering heet armoede. Men sterft evenzeer door langzame ondermijning als door een plotselingen slag.