United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


In den jaare 1491 heeft Berlikum noch de voorrechten en vryheden van stads gerechtigheid gehad. Omtrent dezen tyd ontstonden in Friesland verscheidene branden aan huizen: ook vertoonden zich veele gezichten aan de lucht, als voorboden van droevige tyden.

In den jaare 793 zyn door het doorbreeken der dyken, veele menschen en beesten in Friesland verdronken. Waarom men alomme doe weder Terpen begon te maken, als voornaamentlyk te Koudum, Almeenum, Midlum, Hitsum, Winsum, Tjum, Dronryp en Uitgong, dat nu Berlikum genaamt word.

J. J. de Blécourt, Notaris te Wildervank. G. P. Bleeksma, Timmerman te Roordahuizum. Mr. J. T. Bodel Nijenhuis, te Leiden. Mr. F. A. van Boelens, Kantonregter te Beetsterzwaag. J. B. de Boer, Predikant te Marrum. M. L. de Boer, Predikant te Berlikum. B. K. Bokma, Gemeente-Ontvanger van Idaarderadeel, te Grouw. A. Bolman, Wijnhandelaar te Warrega.

Wat de reden is dat zoo vele ingezetenen uit die noord-brabantsche plaatsjes hunne geboorteplaats verlaten en zich elders gevestigd hebben, is my niet bekend. Maar de geslachtsnaam Van Berlekom is aan den naam van het noord-brabantsche dorp Berlikum ontleend.

Bij de stad Uitgong, welligt nabij Berlikum had zij hare uitwatering in de Wadden, en voorts tusschen Terschelling en Ameland in de Noordzee. Wij geven geene meer bepaalde beschrijving van den alouden staat der Provincie, maar verwijzen den Lezer tot de breedvoeriger behandeling hiervan te vinden in Winsemius, Schotanus, Emmius, F. Sjoerds, bijzonder het kort overzigt in den Tegenwoord.

Petri en Hamconius wordt beweerd. P. Nota, in zijn Aanhangzel betreffende de Oudheden van Berlikum, p. 79 in de noot, vermeent, in de woorden van Tacitus de bevestiging te vinden, dat Verr. en Malor. geene Friesche maar Duitsche gezanten geweest zijn. Maar waarom kunnen zij niet enkel Leidslieden van de uittrekkende Friezen geweest zijn, en een ander Koning of Vorst der teruggeblevenen?

Gelijktijdig vervielen de zeeplaatsen Ezonstad aan de Lauwerszee, Uitgong aan den mond der Middelzee, waaruit het latere aanzienlijke dorp Berlikum ontsproot, en Grind, thans eene zandplaat N. W. van Harlingen.

Een gedeelte van den tegenwoordigen Slagtedijk, van Bolsward, over Bozum, Weidum en Berlikum naar Dijkshoek, omzoomde haar aan de noord- en westzijde; terwijl de dijken, waarop thans meest straatwegen zijn aangelegd, van de Oudeschouw over Leeuwarden en verder voorbij Stiens tot onder Hallum, haar ter oostzijde bedwongen.

Niet lang daar na brande het gemelde steedje byna geheel af: en het overgeblevene wierd in vervolg van tyd door de Noormannen vernielt. Nu legt op dezelve plaats het dorp genaamt Berlikum of Beltjom. In den jaare 1190, of omtrent dezen tyd, is de stad Leeuwarden eerst met wallen versterkt.

In den jaare 804 is te Uitgong, nu Berlikum, een wanschapen kind gebooren, zynde ruggelings aaneen, maar anders alle leden tweemaal, of het twee kinderen waren, en is drie weeken oud zynde overleden.