United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Liefste donna's, gij weet, dat na den dood van Keizer Frederik den Tweeden er in Sicilië een Koning was gekroond, die Manfredi heette. Bij deze bevond zich in groot aanzien en hooge waardigheid een napolitaansch edelman Arrighetto Capece; deze had tot echtgenoote een schoone en edele vrouw, Beritola Caracciola, ook afkomstig uit Napels.

Indien de vertelling van Emilia langer geduurd had, zou het medelijden van de jonge dames met de lotgevallen van vrouwe Beritola ze hebben doen schreien. Maar toen hieraan een einde was gemaakt, behaagde het de koningin, dat Pamfilo zou volgen om de zijne te vertellen; daarom begon hij, die zeer volgzaam was: Lieve dames! Het is moeilijk door ons te beseffen wat goed voor ons is.

Toen zij deze schoone aanbieding niet wilde aannemen, heeft Messire Currado zijn huisvrouw tot haar laten gaan met den last haar aldaar eten te doen brengen en ook haar met eenige van haar kleeren uit het schip te voorzien, daar die van Madame Beritola al versleten waren, maar bovenal beval hij zijn ega aan al het mogelijke te doen haar mee te brengen.

Maar toen mevrouw Beritola, vriendelijk geholpen door donna Currado en door la Spina zoowel met koud water als met andere middelen, in zich zelf de verloren krachten had teruggeroepen, omhelsde zij haar zoon onder vele tranen en met veel zoete woorden. En vol moederlijke liefde kuste zij hem duizend maal en misschien meer en hij zag haar vele malen eerbiedig aan en sprak haar lief toe.

Maar de Sicilianen vernamen dit en leverden hem terstond met verscheidene andere vrienden en dienaren van Koning Manfredi over aan Koning Karel, wien zij ook dadelijk het bezit van het eiland in handen stelden. Madame Beritola wist bij deze groote omkeering met dat al niet, waar haar man heen was gegaan en bleef steeds bezorgd om hetgeen er gebeurd was.

Zij zeilden met den wind voor snel tot in den mond van de rivier Magra . Daar zijn zij aan land gegaan in hun kasteel, waar Madame Beritola bij de echtgenoote van Messire Currado bleef wonen in weduw-kleeren als een van haar juffrouwen eerbaar, ootmoedig en gehoorzaam. Zij behield altijd groote liefde voor haar geitjes, die zij daar deed opvoeden.

Toen Madame Beritola haar dagelijksche klachten eindigde, keerde zij weer naar het zeestrand terug om bij haar kinderen te komen, gelijk zij dat gewoon was. Maar toen zij daar niemand vond, verwonderde zij zich sterk. Zij vreesde voor wat er gebeurd kon zijn en richtte haar blikken in zee, waar zij de galei zag, die nog niet ver van land was en het kleine scheepje voortsleepte.

Daar deelden de hoofden van de galei den buit onderling en is onder meer bij loting de voedster der kinderen van Madame Beritola met de twee zoontjes van deze ten deel gevallen aan een zekeren Messire Guasparrino d'Oria. Deze nam de zoogster en de kinderen in zijn huis om ze als lijfeigenen voor allerlei diensten te gebruiken.

Mevrouw Beritola, die de woorden van Currado gehoord had, begon oplettend te kijken en een geheime aandrift verhelderde in haar een vage herinnering aan de kinderlijke trekken van het gelaat van haar zoon en zonder eenig verder bewijs af te wachten vloog ze hem met open armen om den hals.

Deze ging op een goeden dag om zich te ontspannen met zijn huisvrouw, een deel van zijn bedienden en met zijn honden langs dit eiland wandelen en kwam nabij de plaats, waar Madame Beritola zich bevond. De honden begonnen de twee geiten te volgen, die nu al wat grooter geworden, daar gingen grazen. Deze opgejaagd door die dieren vluchtten maar naar het hol, waar Madame Beritola was.