United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toch zwijgt Rivers, toch verkropt hij den onbillijken uitval, te onbarmhartiger, dewijl hij weêrloos is, maar o, hoe hij Staafje benijdt, die met wissels wordt uitgezonden, en er een vrij half uur van nemen zal! Neen, hoe hij den jongen duivel haat, die hem in zijn vuistje uitlacht! Eene verdrietige pauze.

Bij den een denkt ge: »Ik wilde, dat ik in dien man, in die vrouw, in dat kind iets kon overgieten uit mijn eigen hartEn bij anderen, die ge benijdt: »Ik wilde om wat liefs, dat in mij mocht blinken, wat als sieraad blinkt in henDie scheiding bestaat eenmaal. Die grenslijn loopt door alle volk en door elken kring.

De man aan het roer benijdt de vrouw in de schaduw, de vrouw in de schaduw benijdt de kinderen die met de warmte "beter uit hun fatsoen kunnen", de kinderen die niet slapen benijden de visschen, en willen zelfs wel kikkers zijn, terwijl de arme sleeper dier benijders, op zijne beurt en op zijne manier, gewis alles benijdt wat loopen, staan, zitten, liggen en slapen kan, in stede van zóó te moeten sloven als hij.

Ik acht het evenwel niet der moeite waard alle kenmerken der Kloekheid afzonderlijk te behandelen en nog minder er op te wijzen dat een kloek mensch niemand haat, niemand toornt, benijdt of geringschat, zich over niemand verontwaardigt en allerminst zichzelf verheft.

Van top tot teen, dan als een dagelijks zeldzamer overblijfsel uit den tijd, toen de betrekking tusschen meester en dienaar door iets hartelijks, iets vertrouwelijks, iets humaans werd geadeld. Het is bij hem niet louter: "wiens brood men eet, wiens woord men spreekt;" zijne stemming is eer gemoedelijk dan wijsgeerig; hij benijdt zijnen heer niet, hij heeft hem lief.

Maar, weet ge, het land is daar meer zoo als het behoort; ik wil zeggen, dat het er vlak en effen is, en dat ge er zoo met geen bergen te worstelen hebt." "Benijdt ge ons daarom?" riep Veervlug; "ik wou hartelijk, dat ge ons daarover beklaagdet. Het is misschien het eenige, dat mijn vriend in Holland anders zou wenschen; niet waar, Pols?"

Gij staat nu zes-en-veertig tegen mijn vijftig. Ik moet u gelukwenschen met uw minderheid. Geen dominee klaagt over zijn werk, zelfs niet over de drukte en beslommering van den Zaterdag, maar ik vertel u eerlijk, Dick, er zijn oogenblikken, dat hij een leek den Zondag benijdt, want de Zondag is de rustdag van den leek en voor den dominee de dag van harden arbeid.

»Liebesgrüsse", »saluts d'amour" zendt de verlatene haar geliefde in de verte achterna. »Zoveel bladen, zoveel grassprietjes, zoveel bloemen als er zijn, zend hem zo veel liefdegroeten van mij." Dikwels is het een valk of een zwaluw wier vrije vlucht zij benijdt en aan welke zij haar groeten medegeeft, een overal in het volkslied geliefd motief.

Hij benijdt de menschen die hij gelukkig maakt met een gift of een vriendelijk woord; hij moet zich zelf verder helpen. Hij gaat vaak alleen schaatsenrijden, maakt lange woeste wandelingen zonder te weten waar hij loopt: zijn gemoed wordt al reiner: een "voor-besef" van de wijsheid leeft binnen hem.

Het is onaangenaam, gelukkig geprezen te worden om het bezit van iets, waarmede men zelf op ver na niet onvoorwaardelijk ingenomen is; en geheel en al onverdragelijk wordt de afgunst, wanneer men u benijdt als den gezegenden eigenaar niet-alleen, maar ook en vooral als den genialen vervaardiger van dat voorwerp.