United States or Saint Vincent and the Grenadines ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Mijn redeneeringen komen geheel en al met den aard der dingen overeen," antwoordde Aristobulus Beerenkooi. »Ik ben juist bezig een verhandeling over dit onderwerp op te stellen, die ik eerstdaags zal uitgeven." »Kom, laten wij weggaan!" zei miss Campbell, werkelijk vertoornd, tot hare ooms. »Die mijnheer Beerenkooi zou mij met zijn uitleggingen mijn Groenen Straal bederven!"

Van daar dat ik uitgleed en zoo vasthaakte...." »Mijnheer Beerenkooi," antwoordde Olivier Sinclair, »ik ben gelukkig, dat het toeval mij veroorloofd heeft u te hulp te kunnen komen!" »Laat mij ten minste u bedanken...." »Och, het heeft zooveel niet om het lijf, mijnheer. Gij zoudt net zoo gehandeld hebben als ik in dit geval." »Ongetwijfeld!"

Misschien liet Aristobulus Beerenkooi daarover eenige verwondering blijken, Olivier Sinclair vond dat heel natuurlijk. Hij had zelfs reeds eenige genegenheid opgevat voor die beide dienaren, die ook hem begonnen lief te krijgen. Toen leidde dat gezin het oude Schotsche bestaan in zijn geheele eenvoudigheid.

Miss Campbell, de kleine handjes te zamen geknepen, de armen over de borst gekruist, keek hem aan met bliksemende oogen, zonder een woord te spreken. Eindelijk na een poos ontsnapten deze woorden aan haren mond: »Mijnheer Beerenkooi, gij hadt kunnen nalaten zoo van pas te komen om een onhandigheid te bedrijven."

Zij gaven elkaar kleine teekens, zij verstonden elkander op een blik, zonder noodig te hebben te spreken, en geraakten eindelijk tot groot genoegen van hunne nicht, maar tot groot ongenoegen van Aristobulus Beerenkooi, in het voordeel.

Was het de tegenwoordigheid van Aristobulus Beerenkooi, die deze verschijnselen van abnormale opwinding veroorzaakte? De jeugdige geleerde naderde intusschen en groette miss Campbell met een buiging zoo stijf als die van een knipmes. »Aristobulus Beerenkooi...." zeide broeder Sam, die den jonkman vormelijk en met plichtpleging voorstelde.

De bezoekers konden evenwel, na de overblijfselen van het klooster, dat vroeger zoo bloeiend was, bezocht te hebben, de kapel nog bewonderen, die beter bewaard was gebleven. Aristobulus Beerenkooi vermeende die niet te behoeven op te meten. Aan die kapel, die of later of hechter gebouwd was dan de eet- en slaapzalen van het klooster, ontbrak alleen het dak.

»Met uw verlof, dien ik zien zal, waarde ooms, en zoo spoedig mogelijk, met uw welnemen." »En dan, als ge hem gezien zult hebben?...." »Als ik hem gezien zal hebben?.... Wel, dan kunnen wij over mijnheer Aristobulus Beerenkooi praten." Broeder Sam en broeder Sib keken elkander ter sluiks aan en een glimlach van verstandhouding krulde hunne lippen.

Miss Campbell keek naar dat prachtige vergezicht, dat daar aan haar voeten uitgespreid lag. Maar zag zij het wel? Was er niet eenige herinnering, die niet naliet haar te verstrooien? In ieder geval, dit kan verzekerd worden, dat het het beeld van Aristobulus Beerenkooi niet was, dat haar kwelde.

Aristobulus Beerenkooi, die in den regel niemand anders zag of hoorde dan zich zelf, en die ook nimmer voor iemand anders dan voor zich zelven sprak, ontwaarde de bewegingen van het jonge meisje niet, of deed althans alsof hij er niets van merkte. Zoo gingen de dagen van den derden tot en met den zesden Augustus om.