United States or Latvia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op den tweeden Pinksterdag van het volgend jaar waren de bedevaartgangers naar het Duinendaalsche bosch zoo talrijk als ooit te voren. Des ochtends was de lente hun genadig geweest, en toen zij des avonds huiswaarts keerden, favoriseerde hen de vaderlandsche Mei met eene gematigde November-koelte. Meer konden zij billijkerwijze niet verlangen.

Nu zuchten en weenen de menschen aan uwe oevers, jonkheer stroom; zij betreuren den man, die een wreeden dood onderging, omdat hij enkel «rechtvaardigheid» betrachtte. De menschen brengen zijn stoffelijk overschot naar de kapel midden in het stille dal, waar het weldra door duizenden bedevaartgangers wordt bezocht. Jaren en jaren verloopen.

Dat Israëlieten ter bedevaart opgaan naar de stad hunner Vaderen mag eene zeldzaamheid heeten, maar dat de Christenen het doen naar het Heilige graf, is eene vrome gewoonte, die bijna op denzelfden tijd ontstond toen de Paaschgang der Israëlieten naar Salomo's tempel ophield. Men noemde zulke Christenen bedevaartgangers of pelgrims naar het Heilige Land.

In den avond bezocht ik het ruim, waar de bedevaartgangers een plaats hadden gevonden. Verbaasd bleef ik bij den ingang staan; wat was dat voor een bonte opeen gehoopte menschenmassa in een onverdragelijk warme atmosfeer! Daar zaten zij, dom, genoegelijk, met een passieve uitdrukking op het gelaat, enkelen waren neergehurkt op den grond, anderen zaten op hun bagage.

De orde liet gewapende mannen de bedevaartgangers begeleiden en zorgde, dat de laatsten beschermd werden tegen de mohammedaansche benden, die het land afliepen. Zoo werden de ridders ertoe gebracht, hun organisatie tegelijk een militair en een godsdienstig karakter te geven.

Nabij de oude kapel van dit klooster heeft men in den laatsten tijd eene nieuwe kerk gebouwd, welke jaarlijks, in de maand November, door talrijke bedevaartgangers uit de omliggende streek bezocht wordt. De rotskam, waarop het oude klooster troont, is zoo smal, dat men voortdurend gevaar loopt, in de aangrenzende afgronden neer te storten.

De trein, die ons van Lahore naar Amritsar bracht, bevatte honderden bedevaartgangers. Voor dit voorjaarsfeest is elkeen, mannen, vrouwen en kinderen, geheel in witte gewaden gekleed, die van boven tot onder met rose verf bespat zijn; sommigen hadden rose en gele verfvlekken. Grijsaards hadden zelfs hunne lange witte baarden ook rose geverfd en de witte turban eveneens.

Sedert de stoombooten niet meer tot het oude pelgrimshof, in de bovenstad, kunnen doorvaren, hebben de vrome vaders, zich schikkende naar de eischen van den tijd, nabij den oever der rivier nieuwe gebouwen ten dienste der bedevaartgangers opgericht.

Men komt met de buitendeur in een ruim vierkant vertrek; de voorkant, waarin de deur is, heeft ook de ramen. De zijde, waar de kachel tegen staat, ook de provisiekamers, de beide andere zijden bestaan geheel uit deuren, die ten deele bedsteden of kasten zijn en de toegangen tot verdere ruimten, hier de kaasbewaarplaatsen, of tijdelijk de gelagkamers voor de bedevaartgangers.

In den avond bezocht ik het ruim, waar de bedevaartgangers een plaats hadden gevonden. Verbaasd bleef ik bij den ingang staan; wat was dat voor een bonte opeen gehoopte menschenmassa in een onverdragelijk warme atmosfeer! Daar zaten zij, dom, genoegelijk, met een passieve uitdrukking op het gelaat, enkelen waren neergehurkt op den grond, anderen zaten op hun bagage.