United States or Saint Kitts and Nevis ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wie ben je?" vroeg zij, terwijl ze de in elkaar gedoken gestalte bij de deur gadesloeg. "O, een bedelaarster!" antwoordde zij zelf. "Wacht, ik zal je wat geld geven, de prins voorziet mij altijd rijkelijk." Zij haalde een beurs met oude koperen munten te voorschijn en zocht er in, tot zij de grootste gevonden had. "Daar," zeide zij, "de beste is nog niet goed genoeg voor je."

Als ik koud ben, maakt hij mij warm door slaan, als ik warm ben, koud door slaan; ik word er mee gewekt, als ik slaap; opgejaagd, als ik zit, uit de deur gedreven, als ik uitga, er mee verwelkomd, als ik thuis kom; ja, ik draag het op mijn schouders, net als een bedelaarster haar kind meedraagt; en ik vrees, als hij mij kreupel geslagen heeft, zal ik er mee moeten bedelen van deur tot deur.

Een paar dagen voor de bruiloft kwam de oude bedelaarster Santuzza, die Margherita's peettante was, bij haar en verlangde haar te spreken. Ze begaven zich naar het dakterras om ongestoord te kunnen zijn. "Margherita," zei de oude vrouw, "gij leeft in zulk een glans en heerlijkheid, dat het misschien weinig baat nu tot u te spreken over degenen, die in nood en kommer leven.

Ik heb haar onder anderen een fransch liedje hooren zingen van Béranger, geloof ik waarin een arme oude bedelaarster beklaagd wordt, die in haar jeugd op een theater zong, en gister was zy aan 't ontbyt zonder korset Marie, meen ik dat toch niet fatsoenlyk is. Ook moet ik erkennen dat Frits weinig goeds heeft thuisgebracht van den bidstond.

Waarom kan men wel zeggen: zijn stem ~trilde~ of ~beefde~, en niet: zijn stem ~sidderde~, ~rilde~ of ~bibberde~? Het riet in de avondkoelte. Bij dat gezicht wij van ontzetting. De arme bedelaarster van koude. Het is in deze kamer kil; ik begin te . Zijn hart , toen hij den dief zag naderen. Ik als een blad op den boom. Door de sterke der lucht dreunden de ramen.

Vandaag een gravin, morgen een bedelaarster. Niets in de wereld is zoo ruim als zijn hart. Maar wee de arme, die een kavalier liefheeft. Zij moet hem zoeken als hij dronken aan den weg ligt. Ze moet zwijgend toezien als hij het tehuis van haar kinderen verspeelt. Ze moet het verdragen, dat hij vreemde vrouwen zoekt.

En toen dacht zij er aan, hoe zij gister met haar naaiwerk onder den lindeboom vóór het huis had gezeten, tot het donker werd, en telkens, als er iemand naderde, geschrikt was, en hartkloppingen had gevoeld; hoe het steeds onverschillige menschen geweest waren; ten laatste kwam de oude bedelaarster Marie, en toen was zij in huis gegaan en had geweend.

De dochter der bergen is niet gewend te smeeken en te vragen. Is het niet van haar genade, dat menschen en kruiden leven? Vorst en onweer en overstrooming, alles heeft ze in haar macht. Daarom past het haar niet te vragen of te smeeken. Zij legt haar hand op wat ze wenscht en dat is het hare. Maar gravin Märta weet niet van de macht der oude. "Weg, bedelaarster!" zegt ze.

Maar de oude vrouw was vast besloten een der bloemen te krijgen en ging daarom regelrecht naar den koning en smeekte hem zoo deerniswaardig, dat hij zijn dochter bevelen zou haar een bloem te geven, dat de koning, die meende dat de vrouw een der bloemen noodig had om van een ziekte te genezen, zijn dochter bij zich riep en beval er een aan de bedelaarster te geven.

Doch Kaja's oogen stonden zóó vol tranen, dat zij niets zag. "Moeder! Arm, lief moedertje!" was alles, wat zij kon uitbrengen. De zieke was dicht naar haar toe gekomen en zeide toen, plotseling wantrouwend: "Want je bent toch wel een bedelaarster, zeg?" Kaja greep haar magere handen en bedekte ze met kussen. "Ja," zeide zei snikkend, "ik ben een bedelaarster.