United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na het diner begaf Anna zich naar haar kamer en Dolly vergezelde haar. "Wat ben je vandaag vreemd," sprak Dolly. "Ik? Vind je dat? Ik ben niet vreemd, ik ben slecht. Dit overkomt mij nu en dan. Ik zou wel willen schreien, maar het gaat wel weer voorbij!" zeide Anna haastig en boog blozend haar gelaat over een taschje, waarin zij haar batisten zakdoeken en nachtmutsjes bewaarde.

Medelijdend hield zij den zachtkreunenden lijder haar batisten zakdoekje onder den neus, totdat de dokter op bevelenden toon zei: „Komaan! kleed u nu maar eens uit.” Toen nam zij de vlucht, en terwijl zij beproefde te blozen, wierp zij een vernietigenden blik op den aesculaap, als wilde zij zeggen: „Zulk een woord in mijn bijzijn...? Foei, mijnheer, foei!”

Hij ging naar de studeerkamer, sloot de deur, en kwam terug met twee batisten zakdoeken. Ik herinner mij, dat ze een lila rand hadden. Hij gaf tante de beide zakdoeken en zei: 'als hij dezen omdoet, dan zal de pijn weggaan, en dezen, dan gaat hij slapen'. Sergius nam de zakdoeken, deed ze om en wij hebben den indruk behouden, dat het juist zoo ging als ons voorspeld was.

"Antwoord: aan Mejuffrouw Henriëtte Blaek. Schuldig bevonden! Gij krijgt een kleur spoedig tot de confessie." "Wie heeft u dat gezegd?" vroeg Suzanna, terwijl zij uit loutere verbazing een batisten hemd, dat zij opgevouwen had, weder open liet rollen. "Een irreprochabele getuige, Mejuffrouw Blaek zelve." "Gij hebt haar dan gesproken? En hoe vindt gij haar?"

Jozef kreeg zijn batisten zakdoekje uit zijn borstzak en droogde er zoowat haar tranen meê wech. Maar zij keerde zich af, zij snikte stilletjes en bij langere tusschenpoozen; zij ging achter in de kamer zitten, haar zakdoek voor de oogen. Jozef veegde zijn gezicht af, keek naar zijn hoed om, raapte hem op, zette hem op een stoel en schikte zijn zakdoekje in zijn borstzak.

Op het hoofd dragen zij een lichtgelen zijden doek, met goud geborduurd, die onder de kin wordt saamgevouwen en het geheele gelaat omlijst, zoodat slechts een smalle hairvlecht op het voorhoofd zichtbaar is. Een nauwsluitend buisje van rood fluweel, van voren open, en met nauwe, met goud borduursel versierde mouwen, wordt onder de borst toegegespt over een fijn batisten hemd.

Er traden twee mooie jongens binnen, de een van negen, en de andere van tien jaren. De ondeugd zag hun uit de brutale zwarte kijkers, en zij waren er, helaas! niet leelijker om. Zij droegen blauwlakensche pakjes met tallooze vergulde knoopen over de schouders, breed omgeslagen en breed geplooide batisten halskragen, geen das, en lage schoenen met witte kousjes.