United States or North Macedonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na eenige oogenblikken: Heeft u waarlijk zoo een slechten invloed, Lord Henry, zooals Basil beweert? Er bestaan geen goede invloeden, Mr. Gray. Iedere invloed is immoreel, immoreel uit een psychologisch oogpunt. Waarom? Omdat, zoodra men iemand influenceert, men dien persoon iets van zijn eigen ziel geeft. Hij denkt niet meer zijn eigen gedachten, hij voelt niet meer zijn eigen passies.

Ik geloof, dat je ongelijk hebt, Basil, maar ik wil niet met je kibbelen. Intellectueel verloren is iedereen, die redeneert. Zeg eens, is Dorian Gray erg op jou gesteld? De schilder dacht even na. Hij houdt van me, zei hij toen; ik weet, dat hij van mij houdt. Natuurlijk vlei ik hem vreeselijk. Ik vind er een vreemd genoegen in hem dingen te zeggen, waarvan ik later spijt heb.

Je weet, ik ben altijd een goed vriend voor je geweest. Raak me niet aan. Zeg wat je te zeggen hebt. Een scherpe trek van pijn schoot over het gelaat van den schilder. Hij bleef stil, een wild gevoel van medelijden in hem. Maar dan, wat had hij, Basil zich eigenlijk te mengen met het leven van Dorian Gray?

Omdat ik Lord Henry Wotton beloofd heb met hem meê te gaan. Hij zal niets meer van je houden, omdat jij je belofte trouw bent. Hij verbreekt altijd de zijne. Ik verzoek je niet te gaan. Dorian Gray lachte en schudde het hoofd. Ik smeek je. De jongen aarzelde en zag naar Lord Henry, die hen met een glimlach vol vermaak opnam. Ik moet heusch gaan, Basil, antwoordde hij.

Want die bizondere schoonheid, welke Basil Hallward zoo bekoord had en vele anderen met hem, scheen hem nooit te verlaten. Zelfs zij, die zeer veel slechts van hem gehoord hadden, want nu en dan kropen vreemde geruchten over zijne manier van leven in Londen rond en werden de praatjes der clubs, ze konden niet aan zijne schande gelooven, wanneer zij hem zagen.

Hallward schilderde voort met de breede, krachtige streek, die hem eigen was, fijn en delicaat van toets, de streek, die men te danken heeft aan kracht. Hij merkte de stilte niet op. Basil, ik ben moê van dat staan, riep Dorian Gray eensklaps uit. Ik kan niet meer, ik ga wat in den tuin zitten. Het is hier om te stikken. Arme jongen, het spijt me. Als ik aan het werk ben, denk ik aan niets anders.

Ik word dit jaar nog meerderjarig en dan kan ik doen wat ik wil. Heb ik geen gelijk gehad, Basil, mijn liefde te putten uit de poëzie en mijne vrouw te vinden in Shakespeare's drama's! Rosalind sloeg haar armen om mij heen en Juliet kuste ik op den mond. Ja Dorian, ik geloof, dat je goed deed! antwoordde Hallward langzaam. Heb je haar van daag nog gezien? vroeg Lord Henry.

Een beschilderd doek kon toch niet veranderen? Het was te dwaas. Hij zoû het later eens aan Basil vertellen. Die zoû er wel om lachen. En toch, hoe levendig zag hij het nog voor zich! Eerst in de flauwe schemering, toen in het volle licht had hij dien trek van wreedheid opgelet, de verwrongen lippen. Hij voelde bijna angst voor het oogenblik, dat de knecht de kamer zoû verlaten.

Ze droeg een groenachtig fluweel buisje met havanna mouwen, een donker bruin nauw broekje, en een coquet groen mutsje, waarop een haviksveêr met een juweel, en een kleinen mantel, gevoerd met dof rood. Ik heb haar nog nooit zoo mooi gezien. Ze had die fijne gratie van dat Tanagra-beeldje in je atelier, Basil! Het haar krulde om haar gezichtje als donkere blâren om een bleeke roos.

Wellicht zoû een mooie liefde zich in zijn leven weven, hem louteren, hem beschermen voor de zonden, die reeds in geest en lichaam woelden: vreemde, onzegbare zonden, die bekoring en subtiliteit ontleenden aan dat onzegbare. Misschien zoû de wreede trek om dien fijnen mond eens verdwijnen, zoû hij de wereld Basil Halwards meesterstuk te zien geven. Neen, dat was toch onmogelijk.