United States or Mauritius ? Vote for the TOP Country of the Week !


Voorop gingen eenige Khawassen, dan volgde de Bascha met de overige rechters, daar achter de Mubarek tusschen Osko en Omar, wie ik zijn bewaking had opgedragen; vervolgens kwam ik met Halef en de beide zwagers, de herbergiers, terwijl daar achter alle bewoners van Ostromdscha, mannen en vrouwen, oud en jong volgden.

Het geld dat de Kodscha Bascha ontvangen heeft moet òf in zijn zakken òf in zijn huis zijn, en dat hij hier boven was en zich van mij heeft losgerukt, is eveneens zeer gemakkelijk te bewijzen want ik hield een stuk van zijn kaftan in de hand. Dat is niet waar, riep de beklaagde. Kijk maar of hier een stuk uit is! Hij wees met zijn beide handen naar de plaats, waar ik hem had vastgegrepen.

Maar toen hij zijn verhaal wilde beginnen, wendde ik mij op zeer beleefden toon tot den Kodscha Bascha, met de woorden: Zoudt gij zoo beleefd willen zijn om op te staan! Hij rees, niets vermoedende, van zijn zitplaats op, waarna ik hem op zij schoof en zelf zitten ging. Ik dank u! zeide ik. Het past den mindere den meerdere eer te bewijzen. Gij hebt u zeer goed gedragen.

Het duurde geruimen tijd eer hij zich liet overtuigen dat niet ik doch alleen de Kodscha Bascha zelf daaraan schuld was, daar ik hem alleen vastgehouden, doch hij zich losgerukt en daardoor den kaftan gescheurd had. Eindelijk keek hij nadenkend naar den grond en riep luide uit: Luistert, inwoners van Ostromdscha! Gij zult ondervinden, welk een rechtvaardig man uw rechter is.

De vijf rechters hadden plaats genomen. De Kodscha Bascha op den stoel, de anderen op de bank. Een vrouw drong door de menigte heen en nam plaats achter den plaatsvervanger. Ik herkende dadelijk Nohuda, die haar schoonheid door 't gebruik van oker trachtte te verbergen. De plaatsvervanger scheen dus wel haar gelukkige echtgenoot te zijn. Hij had een onbeduidend gelaat.

Hier Ibarek, ik geloof dat daar op den grond alle voorwerpen liggen die men u heeft ontstolen. Ibarek was verbazend in zijn schik, zijn bezittingen terug te zien, en wilde alles weder bij zich steken, waartegen de Kodscha Bascha zich echter verzette, bewerende een en ander als bewijsstukken bij de behandeling der zaak te moeten overleggen.

Ja, hij moet ons den weg wijzen! Dan zal ik voor verlichting en voor wapens zorgen! zeide hij, en ging in huis om, zooals ik vermoedde, een en ander in orde te maken. De Kodscha Bascha keerde weldra terug met eenige oude lantarens, fakkels en een aantal spanen, waarna wij ons op weg begaven waarbij velen der omstanders zich bij ons aansloten.

Hier heb ik de Kahlifen en de geleerdheid van den Koran! Sihdi, dat is goud, goud, goud! Ja, die den Kodscha Bascha zóóveel voor zijn vrijlating kon geven, moest wel goud hebben. Wij kunnen het hem afnemen, zonder te moeten vreezen, onrecht te doen. Natuurlijk nemen wij het! Maar wie zal het hebben? Zullen wij het deelen, Halef? Effendi, wilt gij mij iets schandelijks laten doen?

Of zijt gij niet voornemens uw belofte na te komen? Zou ik lachen of boos worden? De goede "rechter" interesseerde zich meer voor de onkwetsbaarheid van den Hadschi dan voor de aan hem toevertrouwde rechtszaak. Morgen als wij eerst geslapen hebben! antwoordde ik hem. Nu niet! Nu moet gij uw plicht doen! Hoe zoo? Daar staat de Kodscha Bascha, en over uw arm hebt gij den kaftan.

Het is voor mij geen vreugde des harten zulke ongelukkige menschen te zien. Maar ik was op de binnenplaats van den Kodscha Bascha, toen gij veroordeeld worden zoudt. Heer, gij zijt dapper geweest, maar gij hebt u een bitteren vijand gemaakt! Wie dan? De Mubarek? Neen, dien meen ik niet, ofschoon ook hij u haat! Ik meen den Kodscha Bascha.