United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ten tweede. Al zulke mannen der kroon zullen in handen der ontvangers onzer burgen en kasteleinen den tol, gezegd balfaart, betalen, dit is een denier jaarlijks, vier deniers op den dag van hun huwelijk en vier deniers bij hun afsterven, of anders het beste hoofd ter keuze des heeren. Ten derde.

Gevloekt, gevloekt de balfaart der slavernij!" galmden de driftigsten. "Stil! Stil! Laat af met dit woest geschreeuw: wij hooren niet!" riepen eenige anderen. Zoo ging de lezing van het besluit met vele onderbrekingen tot het einde voort.

Wie zou beweren dat Vlaanderen het behoud zijner Germaansche volkstaal niet grootendeels aan deze fiere Kerels is verschuldigd? In het jaar 1204 bezat de gravin Machteld, weduwe van Philips van den Elzas, als bijleving of duwarie een groot gedeelte van Kerlingaland. Zij wilde den vrijen bewoners drukkende belastingen opleggen, waaronder ongetwijfeld de zoo diep gehate balfaart.

Ik ken hem, en het was mij gemakkelijk te raden dat eene zeer gewichtige zaak hem bezighoudt ... Gij luistert niet, Dakerlia; gij denkt weer aan droeve dingen ..." "Ach, neen", zuchtte jonkver Wulf, "ik luister ... Welke zaak zou hem bezighouden? Het is te vermoeden, Witta. De Hoop te Veurne heeft kennis genomen van het edict op den balfaart.

Hij heeft mij doen begrijpen dat men iets moet opofferen om de poorters der steden van Vlaanderen gunstig te stemmen. Wat het verlies betreft van den balfaart dien de ridders op vele poorters van Brugge beweren te mogen heffen, dit zal na onderzoek tiendubbel vergoed worden, bij middel der uitdeeling van de verbeurde rijkdommen en grondbezittingen der Erembalds en hunner aanhangers.

"Gij zult het zien, heeren: zoohaast de Isegrims in het land zijn zullen zij weder hunne kuiperijen beginnen om onzen Kerels den balfaart, het juk der slavernij op den nek te drukken! "De graaf zal het beletten", zeide Matfried. "De graaf?" schertste Burchard. "Die huichelaar? Hij heeft het zelf gepoogd; de oorlog alleen...." "Zwijg, zwijg, daar is de proost!" mompelden eenige stemmen.

Verbeeld u, heer proost, dat zij nu beweren het recht te hebben om den balfaart der dienstbaarheid door een groot getal Brugsche poorters te doen betalen, onder voorwendsel dat dezen voortgesproten zijn uit onvrije lieden welke vroeger tot bezittingen der leenheeren behoorden.

Dewijl de Hoop nog niet was geopend, en de Kerels met luider stemme hun gevoelen uitdrukten over de zaak van den balfaart en over hetgeen men in deze erge tijdsomstandigheden te doen had, heerschte er in de gansche zaal een verward gerucht als van eenen ronkenden bijenzwerm ... Maar daar verschenen nu de afgevaardigden der groote Ambachten op de verhevenheid en, terwijl zij plaats namen in de leunstoelen, die men daar voor hen had geschikt, zetteden al de aanwezigen zich op de banken neder.

Gij hadt moeten zien en hooren hoe de Kerels daar om wraak riepen en naar eenen onmiddellijken oorlog wenschten, zoohaast ik hun had gezegd dat de Isegrims zich bereiden om hun den balfaart op te dringen. Zij zijn moedig, onze Kerels der Ambachten; zij snakken naar het oogenblik dat het hun toegelaten worde de burchten der Isegrims af te branden en te verdelgen tot in den grond.

"De leenheeren, de Isegrims sedert wij uit Aquitanië wederkeerden, beroemen zich openlijk dat zij de wapens niet zullen nederleggen voordat de Kerels den balfaart op den nek hebben en in eeuwige slavernij zijn gedompeld." "Verstikke mij de nachtmare!" riep Burchard. "Indien wij door onze lankmoedigheid...." "Zwijg, mijn neef, laat mher Isaac ten minste voortgaan", onderbrak hem de proost.