United States or Micronesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bedelpriesters, den bezem soms in hun rug, verschenen op wankele beenen, zich rekkende, de geschoren koppen schuin, de stoppelbaardige, ongeschoren gezichten verwrongen van nadronkenschap.... Nilus, bij de open schuurdeur, beval hen hun ezel te halen, eindelijk weg nu te gaan. De laatste, de Archigal, kwam met het kastje, waarin de godin.

Vijf denariï het stuk, prees de Archigal niet te duur in deze taveerne, al waren de koopsters patricische vrouwen, zijn prullen van glas. De vrouwen kochten de amuletten. Nigrina wilde betalen, voelende naar haar beurs in haar boezem. Daar ginds bleven de Gallen zingend met de tamboerijnen rinkelen en klinkelen met de rinkelbommen. Zichtbaar dreef de dikke walm over de hoofden der gasten.

Hi-ha! balkten zij met den ezel meê; zij dansten zelfs even met de Gallen meê; Cecilianus, de "jongste" want hij was "de jongste" tweeling sloeg met de vlakke hand onder het laadje met naveltjes, dat de Archigal hem aanprijzend toonde en de naveltjes vlogen op, vielen her en der neêr en allen lachten en de Archigal vloekte en Fabulla en Nigrina wenkten belangstellend de knapen en het was een geroes van stemmen en een dol geroezemoes om hen heen.

Hij had ze eerst geweigerd; zij waren wel zeven van die verwijfde kerels om hun reus van een Archigal heen, maar zij hadden honger, hadden zij hem gezegd, en dorst, na een heelen dag door den regen loopen over de landwegen buiten Rome en dan, ze hadden geen geld opgehaald en ze wisten niet waar te overnachten en nu, waarachtig, had hij ze toe gestaan, dat zij daar, in dien hoek, zich opschoten; ze vraten en zopen zouden hem later betalen, zeiden zij! en zij hadden hun ezel gestald in de schuur, bij zijn eigen lastdier en wagengedoe en zouden daar nu, in dien hoek, de geheele nacht mogen blijven, in het zaagsel, op de vochtige steenen, over hunne mantels gelegerd als een pak boeven, die gemeene troep!

Zij wees als een patricische wijst. En de reuzige Archigal, instinctmatig gehoorzamend het bevel der hooge vrouw, baande weg tusschen de banken en tafels, de gasten. Genaderd vroeg hij, nederig, toch spotziek, met zijn bassige stem: Wat behaagt u, Amazone, wie nooit Herkules den gordel ontrooven zoû? Zijn jullie van Rome? vroeg Nigrina. Van Neapolis, Hippolyte, schertste de Archigal.

Als gij, edele vrouw, baste diep de Archigal, die, reuzig, torende voor de twee vrouwen; dit heilige beeld, dat gesneden is naar het oerheilige Beeld van Pessinus, gekust hebt, zult ge onkwetsbaar zijn in de arena. Werkelijk? vroeg Nigrina, maar even bijgeloovig. En de Gallen, die het opene kastje in de handen hielden en de godin vertoonden, zongen met hun hooge, schelle falsetten:

Attis!! krijschten hooger de bedelpriesters en kletterden met hunne rinkelbommen en de twee Gallen, met het kastje, snerpten: Heilig de Groote Godin! Nigrina boog naar het kastje toe en de Archigal hield den vuilen sluier boven haar hoofd. Onder den sluier kuste Nigrina het beeld met een langen zoen of zij in zoog de beschermende heiligheid er van.

Drie denariï, bassigde de Archigal en voegde er aan toe, tot Fabulla: Wilt ge d

Volgaarne, volgaarne, edele vrouw, haastte zich de Archigal en hij wenkte de Gallen, dat zij de godin zouden brengen. Twee Gallen reikten naar het kastje op de plank maar door hun dronken gebaar stieten zij een luik open boven de plank, dat neêr viel binnen den muur.

Toen sloten de Gallen het kastje, dat zij steeds zoó gehouden hadden, dat de matrozen en de meiden, die ook en voor niets kijken wilden, het beeldje niet hadden kunnen zien. De Archigal hing den sluier weêr over het kastje, want Fabulla was vies van het beeldje en wilde het liever niet kussen: het behoedde voor alle ongeval. Hoeveel? vroeg Nigrina.