United States or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij zelf zat op de keldertrap, arbeidend voor de tafel, die hij naar zich toe had getrokken. De vrouw was gaan slapen bij de kindren in de bedstee. Het water, hooger gerezen, had gouden glanzels en 'n keeglende gouden lampe-baan naast de teere weerspiegling der tafel.

In die groene weelde brengt de inboorling zijn dag door, een weinig arbeidend en veel luierend. Hij schiet op de groote duiven en de kleine papegaaien en nuttigt ze als welkome toegift bij de geroosterde yams. Tegen zon en regen waren beschuttende daken opgesteld, waar des middags allen samenkomen en eten en praten.

De lichtstralen op den grond waren langzamerhand tegen de beenen van het stokstijf zittende meisje opgekropen, lagen op de knieën en onder de borst. «Zit stil, nina," zei de schilder, zenuwachtig haastig arbeidend. «Mujer, zit stil!" schreeuwde de oude die opschrok. De jonge moeder was bezig haar kind te wasschen.

Ik heb zóó verlangd kennis te maken met een "modern meisje", het fiere, zelfstandige meisje, dat zoo ten volle mijne sympathie heeft, dat met vluggen, flinken tred haar weg door 't leven gaat, vroolijk en opgeruimd, vol geestdrift en warm gevoel, arbeidend niet voor eigen heil en geluk alleen, doch ook zich gevend aan de groote Maatschappij, werkend tot het heil van vele medemenschen.

Het was onvermijdelijk noodzakelijk, dat de suiker goedkooper werd geleverd; en toch zouden al deze maatregelen nog weinig hebben gebaat, als Guyana niet zoo gelukkig was een arbeidend personeel te bezitten, dat zich wist te schikken naar de bijzondere voorwaarden, welke deze strijd om het bestaan medebracht.

De bekel is de verpersoonlijking van het verderfelijke oude systeem, dat sterker is dan welke goede wil ook. Zijn ambt is erfelijk, een lange traditie verleent hem prestige tegenover het dessa-volk. De landhuurder, die hem kent als een verdrukker van het volk, kan hem niet ontslaan. Daarvoor is een vonnis van de rechtbank noodig, na behoorlijk onderzoek. Maar hoe bewijzen van schuld te krijgen, als de verdrukten tegen den verdrukker niet willen getuigen? De bekel-mandoer houdt den koelies een gedeelte af van hun loon: hij laat hen om niet, werken op zijn ambtsveld; hij ziet vruchten op hun erf, kippen en duiven in de kooi, een geit in den stal, en beveelt den koelie hem die te brengen: heeft de koelie bij zeldzaam toeval, geld, dan "leent" hij het; heeft de koelie een knappe dochter dan neemt hij haar tot bijvrouw, maakt den schoonvader in alles gedwee door de vrees van een verstooting, en verstoot haar toch, wanneer er van het huisgezin niets meer te halen is. En de koelie verdraagt dat alles en zwijgt. Het is de bekel, wiens vader en grootvader zijn eigen vader en grootvader op dezelfde wijze geplaagd hebben. Eerst als hij geen keus meer heeft dan tusschen totalen ondergang en verzet, verzet hij zich, op de éénig voor hem mogelijke wijze, langs een omweg. De bekel is verantwoordelijk voor het werk op de onderneming: hij treft, hem in die verantwoordelijkheid. Hij verwaarloost de tuinen, slecht, of slechts in schijn arbeidend; hij steekt het rijpe riet in brand. De menschkundige of, om precies te spreken, de Djokjaneeskundige administrateur, die in plaats van tegen onwilligen en brandstichters tegen den bekel een onderzoek met de noodige omzichtigheid begint, en, vóór alles, zorgt dat geen weerwraak hen die de waarheid zeggen treffen kan, verneemt d

Nooit kwam de naam van Frits meer over zijn lippen, doch die naam brandde in zijn ziel: arbeidend of rustend, wakend of droomend, dag en nacht.... Intusschen zou het meesterke twee dagen nadat hij het plan had gemaakt, de reis aanvaarden. De kleine, muisvale poney stond reeds gepakt en gezadeld, en Jakob zou dienen tot gids.

En wat is die boel rot, die boel van onderling-konkelende, schrijvende, lezende bourgeois, die mekaars meelijden opwekken, meelijdend die vreeselek-treurige dingen besnotteren, meelijdend d'r bol schudden, meelijdend 'n postwisseltje inzenden aan de "treurig achtergebleven weduwe met acht kinderen", meelijdend nakletsen over eene ontzettende mijnramp, meelijdend het arbeidend proletariaat laten verrekken, om morgen en overmorgen en nog vele jaren meelijdend te blijven, tot zij mèt hun medelijden opgedoekt worden.