United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet in eens zijn wij die wij zijn. De majesteit van ons wezen is nog omhuld. Het is nog niet openbaar wat wij zijn zullen, zegt de apostel Paulus. Dit beteekent dat de bepaalde persoonlijkheid, die wij zijn, een grond en diepte verbergt, die eerst in de voltooiing des levens tot volle verschijning komt.

Het weinige dat wij van BERNLEF weten, is ons verhaald door ALTFRIDUS, bisschop van Munster, in zijne levensbeschrijving van den apostel LIUDGER, een edelen Fries die in Friesland het werk van BONIFACIUS heeft voortgezet .

Toen deze hier kwam, speelde hij den goeden apostel. Nu doet hij gelijk de anderen, en begeert equipage en extra-rijtuig. Hij wil weelde ten toon spreiden, gelijk de vorige bisschoppen. O, dat priesterras! Mijnheer de graaf, de zaken zullen niet eerder goed gaan, dan wanneer de Keizer ons van de papen verlost heeft. Weg met den Paus!

Daarom noemt de Apostel Petrus de burgerlijke macht een menschelijke instelling.

De Apostel had een gebaar met de hand of hij den knaap en den man, het komediantje en den gladiator, zegende. Toen ging hij, den heuvel af, den weg naar Rome op en hem volgden de menschen, zingende, en de dieren blatende. En Cecilianus, staande naast Carpoforus, zag Fabulla: zij liep met de vrouwen mede en zij droegen takken groen. Fabulla! kreet Cecilianus. Fabulla! Heb je Cecilius gezien??

George, gij hebt een hard meester eigenlijk is hij nu ja, hij gedraagt zich berispelijk ik wil zijne verdediging niet op mij nemen. Maar gij weet wel hoe de engel Hagar beval om naar hare meesteres terug te keeren en zich te vernederen onder hare hand; en hoe de apostel Onesimus aan diens meester terugzond."

Goed, zooals de heilige apostel het bedoelde, toen hij schreef van het vragen om een goed geweten, dat in ons roept naar God! Ik zal in vrede tezamen nederliggen en slapen: want Gij, o Heere! alleen zult mij doen zeker wonen. Ps. 4:9. Psalm éen en twee vormen een inleiding op heel het boek der Psalmen; en de drie psalmen, die dan volgen, zijn Morgen- en Avondliederen.

Léeft hij? riep Cecilianus. Hij leeft, herhaalde de Apostel. Hij leeft nog. Hij zal leven zoo lang je leeft. Wees niet bang en bezorgd. Mijn Broêr leeft óok al is Hij menschelijken dood gestorven in dit leven maar jou broêrtje, mijn kind, leeft zelfs nog met het sterfelijke leven, dat je lief is.... Begrijp je me, kind? Ja, heer.... Ik begrijp u wel.

Juist in den eersten tijd van het optreden van den heiligen apostel der vrijwillige armoede, der volkomen toewijding aan het hoogste ideaal, omstreeks 1206, werd te Apulia in Toskane een dier verwonderlijke kunstenaars geboren, die met een enkelen sprong het einddoel bereiken, soms zelfs voorbijstreven, en wier plaats veel meer onder het nageslacht dan onder hunne evenouders schijnt te zijn.

Dit zeide ik is een valsche verklaring, want de Apostel leert niet ter aangehaalde plaatse, dat men zijn zonden aan een kerkelijk persoon moet belijden ten einde daarvan vergeving te ontvangen; maar hij spreekt uitdrukkelijk van een belijdenis, die men elkander moet doen, dat is de eene geloovige aan den ander, en vooral van die zaken, waardoor de liefde des naasten verbroken en twist zou ontstaan zijn: zoodat het in de meeste gevallen niet alleen geoorloofd, maar zelfs noodzakelijk en plichtmatig is, in het hart van een getrouwen vriend, van een man van ondervinding, vooral van een evangeliedienaar, zijn geheime gedachten en verrichtingen uit te storten, ten einde raad, hulp of vertroosting te ontvangen.