United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier zijn twee karolussen voor u, koop er een kleed mee, weldra zult gij er duizend hebben". "Duizend, sprak ik, mijn beminde, dan zal ik rijk zijn". "Gij zult ze hebben, sprak hij. Maar zijn er in Damme geene vrouwen of meidekens, die nu zoo rijk zijn als gij dan zult wezen?" "Ik weet het niet", antwoordde ik. Ik wilde heure namen niet zeggen, uit vreeze dat hij ze zou beminnen.

"Ja, lieve, meer dan jij kunt tellen," antwoordde hij, en daar was het gesprek mee uit. Nu kwamen zij aan een schuitenhuis. Hier was een man de oude Eduard bezig een bootje te kalfateren. Geoffrey zag er naar, en herkende het bootje van Beatrice. "Kijk, Effie," zeide hij, "dat is de boot, waaruit ik in het water ben gevallen." Effie zette groote oogen op en staarde op het broze vaartuigje.

Ze worden daar goed verzorgd en staan gereed om te vertrekken." »Laten we dan vertrekken," antwoordde de Nana. »We moeten voor het aanbreken van den dag te Adjuntah zijn." »En waarheen dan verder?" vroeg Balao Rao. »Heeft deze overhaaste vlucht je plannen niet tegengewerkt?"

Uilenspiegel sprak tot den baas: Ziet gij dezen gulden? Ik zie hem, zei de baas. Hoeveel oortjes zoudt gij er wel van afhouden, om die flesch daar met dobbelen klauwaard te vullen? De baas antwoordde: Met negen mannekens zijt gij er van af. Dat maakt, zei Uilenspiegel, zes mijten Vlaamsch, dus twee mijten te veel. Om het even, tap ze maar vol. Uilenspiegel schonk de meid eenen beker vol.

"Hoeveel hebt ge noodig?" ging hij voort zich tot mijn meester wendende. "Ik moet tweehonderd pistolen hebben," antwoordde don Mathias. "Ik heb er hier vierhonderd in een zak," hernam de woekeraar; "ik zal er u dus de helft van geven."

»Ik zal er niet lang meer één zijnantwoordde hij en keek op met een gezicht, waarop geen andere menschelijke gevoelens te lezen waren dan woede en schrik. »Sla ze allemaal dood! Wat voor recht hebben ze, mij te slachtenOnder het spreken kreeg hij Oliver en Mr. Brownlow in 't oog. Naar den versten hoek van de bank terugwijkend, vroeg hij, wat zij hier kwamen doen.

Zie dan eens, Taco, of het zoo goed is? vroeg Jules, die een Marokkaansche sabel tusschen een paar krissen had geplaatst en er de draperie van een sarong tusschen door trok. Ja, zeker, antwoordde Quaerts.

Na een goed diner en een ruim genot van cognac, die hij bij Bartujansky gedronken had, trad Stipan Arkadiewitsch slechts een weinig na den bepaalden tijd bij gravin Lydia Iwanowna binnen. "Wie is nog meer bij de gravin? De Franschman?" vroeg hij aan den portier. "Alexei Alexandrowitsch en graaf Lessabow," antwoordde deze op stuurschen toon.

Ik sprak haar dus, eenigen tijd nadat de schuit van wal had gestoken, op de volgende wijze aan: "Ik vrees, Mejuffrouw, dat gij mij beschuldigt, van weinig te beantwoorden aan het vertrouwen, door uw Heer vader in mij gesteld." "Mijnheer!" antwoordde zij, "ik heb het recht niet, u eenige verwijtingen te doen.

Tom zag naar zijn meester op en antwoordde: "Meester, als gij ziek waart, of in ongeluk, of stervende, zou ik u mijn hartebloed geven; en als het aftappen van elken droppel bloeds uit dit ellendige lichaam uwe kostbare ziel kon behouden, zou ik het alles zoo geduldig geven, als de Heere het Zijne voor mij gegeven heeft. O, meester, breng die groote zonde niet op uwe ziel!