United States or Guinea-Bissau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook de boeren werden lastig. Diegenen onder hen, welke uit winstbejag met eenige levensmiddelen naar de Fransche legerplaatsen waagden te gaan, straften zij met den dood. Anderen staken hun eigen dorpen in brand om er de fourageurs uit te verjagen en aan de kozakken over te leveren.

Niet te veel muskaatnoot, daarvan krijgt men koorts. Witte saus, tijm en laurier. Waar zijn de eierdooiers? Vervolgens wenkte hij Uilenspiegel tot zich en zeide: Straks zal het wild regenen: ik zal u vier ortolanen meer geven dan aan de anderen. Gij zijt de gezagvoerder, maar verraad mij niet!

Anderen wier landerijen op grooter afstand zijn gelegen, gaan des Maandags ochtends daarheen, bewonen de geheele week hunne armelijke steenen hutjes en komen Zaterdagavond weer naar de stad om den Zondag bij vrouw en kinderen te slijten.

De bij alle verwantschap bestaande groote verscheidenheid, der tegenwoordige Hongaarsche taal met die der overige Finsche dialecten, zoo ook het wezenlijk onderscheid naar lichaam en geest van beide volken, hebben daarentegen anderen bewogen, den oorsprong der Hongaren ergens anders te zoeken, en de genoemde overeenkomsten te verklaren uit hun meer of minder lang verblijf onder de Finnen.

Al die pyramiden zijn graftomben van een of ander vorstelijke familie. Zeer zeker een zeer eigenaardige manier om zijn lijk te laten bewaren. Een geheel anderen indruk verwekt de Sphinx, waarvan zoovele bewonderaars van Egypte zoovele romantische verhalen, weten te doen.

Meer dan eens worden "menestrele ende yraude" of wat hetzelfde is "yraude ende spelmanne" in één adem genoemd . In den roman van Torec zien wij den held in de wapenrusting van een anderen ridder, MYDUEL genaamd, alle tegenstanders uit den zadel steken.

Hadden echter »soedanige persoonen, die bij malcanderen in onecht geseten hadden, kynderen bij malcanderen gecregen«, dan, besloot de kerk, moest men hen wel »oepentlijcken bestraffen van haer schandelijcke ergernisse«, maar, om der wille der kinderen, »evenwel in den huwelijken staet bevestigen«. De kerk doopte voorts de onechte kinderen als de anderen, maar dikwijls in afzonderlijke beurten.

A. NIJLAND, Gedichten uit het Haagsche Liederhandschrift en de critiek van Dr. FRANTZEN in Taal en Letteren, 1896, afl. 3. Vgl. no. XXXVIII en CXXI. Vgl. b.v. no. XXXVII; dat begint hoofsch genoeg: "Woude mi de vrouwe mijn" enz.; maar het refrein is in gansch anderen toonaard gezet: "In 't scade van tween witten dien" enz.

Vijf reusachtige bronzen kronen verspreidden een zee van licht. Een honderdtal personen is in deze zaal vergaderd. Sommigen zitten bij de tafels, anderen loopen heen en weder, weder anderen hebben het zich op den divan gemakkelijk gemaakt. Zij zijn allen jong, sommigen ternauwernood de kinderschoenen ontwassen.

De eene helft van hen houdt met al de paarden de wacht, daar links, waar de weg uit het keteldal komt; de anderen zijn rechts geposteerd aan het begin van den canon; daar hebben zij een gat gemaakt, waarin zij verdwijnen." "Een gat?" vroeg de Beer verschrikt. "Dan kennen zij de onderaardsche gang, en is mijn geheim verraden. Dat kan niemand anders gedaan hebben dan het Lange Oor.