United States or Mayotte ? Vote for the TOP Country of the Week !


De vader van dezen generaal was Ambrosio O'Higgins, die in 1788 door den koning van Spanje tot gouverneur van Chili benoemd was. Hij zocht niet, als zijn voorgangers, onophoudelijk zijn voldoening in den strijd tegen de Araucaniërs, de oorspronkelijke bevolking, maar hij trachtte den vrede te bevestigen en het land tot bloei te brengen.

Toen de baljuw van Astorga mij naar Burgos had doen geleiden, na een getrouw verslag van mijne geschiedenis te hebben vernomen, begaf ik mij naar het kasteel van don Ambrosio. Mijn terugkeer veroorzaakte buitengewone verrassing, doch men zeide mij dat ik te laat kwam. De markies, als door den bliksem getroffen door mijn vlucht, was ziek geworden en de doktoren wanhoopten aan zijn behoud.

Hij stelde er zich niet mee tevreden op de vraag die ik hem deed, te antwoorden, maar hij vertelde me nog, dat don Ambrosio, echtgenoot van dona Mencia, drie maanden geleden gestorven was en dat de markiezin zich in een klooster te Burgos, dat hij mij noemde, had teruggetrokken.

Ook uit dezen tijd dateert de moord der acht studenten in de medicijnen, wier grafteeken ik zag op het kerkhof bij San Ambrosio. Zij hadden planten gezocht op een begraafplaats te Havanna, en werden zonder den minsten grond beschuldigd het graf te hebben ontwijd van een journalist, een voormalig aanhanger der spaansche partij, die in een duel met een Cubaan was gedood.

De vader van dezen generaal was Ambrosio O'Higgins, die in 1788 door den koning van Spanje tot gouverneur van Chili benoemd was. Hij zocht niet, als zijn voorgangers, onophoudelijk zijn voldoening in den strijd tegen de Araucaniërs, de oorspronkelijke bevolking, maar hij trachtte den vrede te bevestigen en het land tot bloei te brengen.

De algemeen beruchte markgraaf Ambrosio Spinola was het hoofd van het gezantschap. Trompetgeschal liet zich in de verte hooren; de trein naderde, en geenszins was het dus te verwonderen dat aller oogen eensklaps naar ééne zijde gericht werden en dat alle gesprekken, van welken aard ook, werden gestaakt, om door een zacht gemompel te worden vervangen.

"Wie daar?" riep eene stem door de geopende reet der poort; on Alonzo, geen reden hebbende om zijn naam te verzwijgen, antwoordde schielijk, in de hoop spoedig zijn doel te bereiken: "Ik ben Alonzo Spinola, zoon van den markgraaf Ambrosio, behoorende tot het Spaansche gezantschap in Den Haag.

"Zoo wij alleen met Maurits en zijne Zeeuwen te doen hadden, ja, dan zou ik dit voorzeker gelooven," antwoordde de markgraaf Ambrosio Spinola: "doch wij hebben wakkere bevorderaars van onze plannen. Die Oldenbarneveld heeft den meesten invloed, zelfs op den Prins; hem moeten wij vooral te vriend houden."

"De vermoeiden zijn ons steeds welkom," zeide Ambrosio, mede opstaande en nam te gelijk met zijn kleine grijze oogen den nieuw aangekomene, van het hoofd tot de voeten, nauwkeurig in oogenschouw. Weldra zat Alonzo bij het knappende vuur, en moest, op uitnoodiging der dame, verhalen wat hem overkomen en hoe hij in dit late uur, zonder paard, zoover van de stad verdwaald was.

Door de ongeloofelijke dapperheid en het kloek beleid van Prins Maurits, was het den Spaanschen bevelhebber markgraaf Ambrosio Spinola bijna onmogelijk geweest, over de stroomen tot in het hart der Vereenigde Gewesten door te dringen, en zeker was het te voorzien, dat de weinige sterke plaatsen, welke hij genomen had, niet te houden zouden zijn, wanneer de Staten van Holland, door Frankrijk ondersteund, opnieuw tot een aanvallenden krijg, die hun vroeger zoo wel gelukt was, mochten besluiten.