United States or Lebanon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik heb altijd met de kleine negers van mijnen vader gespeeld, en dat heeft mij nooit kwaad gedaan; maar Eva schijnt zich altijd met ieder die haar nabijkomt gelijk te willen stellen. Het is iets vreemds in dat kind. Ik heb haar dat nooit kunnen afwennen. St.-Clare, geloof ik, helpt haar daarin voort. Om de waarheid te zeggen: St.-Clare is er op uit om iedereen te believen, behalve zijne vrouw."

Waarom zouden zij dat wezen? En wat op de wereld zou het hen maken?" "Waarom leert gij hun dan niet beter?" "Leeren! Kom, kom, gekheid. Hoe zou ik hun iets kunnen leeren, denkt gij? Daar ben ik wel de man naar. Wat Marie betreft, zij is zeker driftig genoeg om eene geheele plantage dood te slaan als men haar begaan liet; maar het bedriegen zou zij hun toch niet afwennen."

Daar wij in geen weken iets van onzen broeder hadden gehoord, werden wij zeer . Ontwennen afwennen. Langzamerhand van een gewoonte afstand doen.

Wat hy zeide, was gewoonlyk goed overdacht, en wanneer hy zich die ontydige rustpunten had kunnen afwennen, zouden zyn zinsneden, uit een redekunstig oogpunt althans, meestal een gezond aanzien gehad hebben. Maar al dat afbrokkelen, dat stooterige en hobbelige, maakte het aanhooren lastig. Men viel er dan ook dikwyls over.

"Wat bedoelt u daarmede?" "Ik bedoel, dat u nog een groot aantal vulgaire gewoonten hebt, die u u zult moeten afwennen." "Ik zal mijn best doen u in alles na te volgen," antwoordde Carolus.

Misschien was die ontknooping maar de gelukkigste voor mij, want daar ik mijne oude streken niet zoo gemakkelijk kon afwennen, zou ik mogelijk tot groot verdriet van mijne vrienden en tot teleurstelling van den lezer dezer gedenkschriften, nog vóórdat het tweede meer boeiende gedeelte daarvan beginnen kon, een plotseling einde aan mijn schitterende loopbaan hebben zien maken, door een krijgsraadsvonnis, dat mij naar de galg verwees voor het stroopen op het erf van een Walcherschen boer.

~Afwennen~ en ~ontwennen~, beide overgankelijk en wederkeerend gebruikt en dus met hebben vervoegd, verschillen hierin, dat ~afwennen~ aanwijst, dat men opzettelijk zijn gewoonte of hebbelijkheid tracht af te leggen, terwijl ~ontwennen~ dit als meer toevallig, onwillekeurig voorstelt, als gevolg van veranderde omstandigheden.

Hoeveel is tweemaal twee?" Dorus maakte een bijna onmerkbaar teeken met de hand en sprak op den echten kermistoon. "Waf! waf! waf! waf!" blafte Bop. "Hoort u 't?" "Heel aardig! Nu houd hem dan maar bij je, maar je moet je afwennen om zoo raar met hem te spreken." "Ja, meneer!"

Hij liet zijn boschwachter roepen, zei hem, dat het onmogelijk was dien hond langer te houden, omdat men hem niet kon afwennen achter alle schapen en kippen te jagen, die hij maar zag, en vroeg den boschwachter den hond meê te nemen naar het bosch, en hem dood te schieten.

Men moet vermijden, steeds hetzelfde woord, b. v. leuk, éénig, dol, enz. te gebruiken; voor kleine kinderen staat het aardig, het hoort nu eenmaal bij schoolmeisjes en is dan wel geoorloofd, maar volwassen personen moeten het zich afwennen.