United States or Grenada ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Gij hebt gezien, hoe de arme Jakob Mispels onophoudend door hersenschimmige gevaren wordt gefolterd, hoe de vrees voor spoken en duivels zelfs het besef van Gods almacht en rechtvaardigheid in hem verduistert? Dit is het bijgeloof der eenvoudige en ongeleerde lieden, wanneer zij door afdwaling des gevoels de leering van den godsdienst overdrijven.

Een tijd lang nemen de dichters en schrijvers eene streng afkeurende houding tegenover haar aan, dan volgt er een tijdperk, dat van de Fransche proza-romans, waarin hare afdwaling van het pad der deugd wordt vergoelijkt en ten slotte geheel uit het oog verloren.

Als men nauwer toeziet, staat men tegenover een zielkundig raadsel. Er is geen jaloerscher echtgenoot denkbaar dan de Hindoe, geen trotscher en ingetogener vrouw dan de Hindoesche. Hoe dan te verklaren die vreemde afdwaling, waarvan wij hier de gevolgen niet behoeven te bespreken? In ieder geval was het voor mij een voorrecht, een huwelijk bij te wonen, dat door een der Maharajahs werd geleid.

Komen er nu dingen voor den dag, die een schaduw werpen op mijn vroeger leven, dan zullen al mijn tegenstanders met vereende krachten mij aanvallen. Een jeugdige afdwaling wordt in onze maatschappij nooit uitgewischt.

Koenraad, die bovendien nooit op den besten voet met zijn broeder geleefd had, was over deze zijn afdwaling sterk gebelgd, en al de brieven, die hij aan zijn vader schreef, schilderden Hendrik af als een verloren schaap, reeds met den wargeest niet alleen van Arminianismus, maar ook van Socianismus besmet.

Toch was Wouter er niet beter om dat-i berouw voelde over 't gebrek aan ondeugd, waaraan hy meende zich te hebben schuldig gemaakt. En dit voelde hy zeer goed. Hy dacht niet gaarne aan wat hem vroeger liefelyk voorkwam, jazelfs dit durfde hy niet! Z'n herinneringen aan de indrukken die Femke hem meedeelde, z'n eerzucht, z'n lust om met 'n beetje almacht het goede te bevorderen, z'n onverzadelyke begeerte om de oorzaken der dingen te kennen... och, dit alles hinderde hem. Even ontevreden als immer met z'n tegenwoordigen toestand, had hy zoomin lust zich bezig te houden met het verledene, als met 'n toekomst waarover 't bestuur hem ontglipt was omdat schuldbesef idealen bederft. Tot krachtig hopen is reinheid noodig, en wèl is 't grof en dom van godenmakers, dat zy, om afdwaling te bedreigen met straf, meenden behoefte te hebben aan 'n

Maar, zegt men, het was 'n jury die haar vrysprak ... eilieve, 't was 'n rechtsman, 'n advocaat, die in z'n pleit-jargon daartoe de motieven leverde! Ik neem noch die jury, noch onvoorwaardelijk 't jury-stelsel in bescherming, doch beweer dat in dit geval de schande der vryspraak niet grooter is dan de misdaad van 't vrypleiten. Zou 't iemand die niet was opgegroeid in 't speciaal-vak van rechtsverdraaien, in 't hoofd komen de voorgeschreven onderdanigheid van de gehuwde vrouw aantevoeren als verontschuldiging voor gewelddadigen roof? Tot zulke afdwaling leidt alleen de speciaal-studie. Alleen 't specialismus geeft den moed tot zulke misdaad? Den moed? Och, die behoeft zoo groot niet te zijn, want waar ieder ander zich schamen zou met zoodanige praatjes voor den dag te komen, kan de jurist dit ongestraft wagen niet alleen, maar zelfs oogst-i by zeker deel van 't Publiek lof in met z'n impudentie. «D

Maar wij lezen ook, dat de Spaansche godgeleerden van de zestiende eeuw zóóveel verlichter waren dan die van andere landen, dat zij toegaven, dat hekserij slechts een begoocheling was; en de straf die zij toedienden aan hen, die er in geloofden, werd gegeven, omdat deze afdwaling in strijd was met de voorschriften der Kerk.

's Winters strooiden zij groene bladeren op den grond en verborgen den schoorsteen achter groene takken, en op hun bed mocht slechts een dunne deken zijn. Men kan in deze wonderlijke afdwaling, zoo zonderling, dat de schrijver haar kwalijk verzonnen kan hebben , moeilijk iets anders zien dan een ascetische verhooging van den prikkel der liefde, ofschoon het niet geheel duidelijk wordt.

Zagen ze niet in, dat de voorgewende verheffing tot méér dan Mensch, 'n verlaging was beneden 't peil der Mensheid, die juist aan den specifisch-menschelyken stryd tegen afdwaling, haar hoogheid te danken heeft? Dat ook hier alweer 't onbruikbaar-goddelyke uitloopt op ongerymdheid, spreekt vanzelf. Holsma, heel ongoddelyk, maar goedig, verstandig en waar, zette zich niet op 'n voetstuk.