United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dikwijls heeft men zelfs willen vaststellen, dat de fabels van Aesopus naar alle waarschijnlijkheid in Egypte ontstaan zijn, daar dit het land der dierenvereering is en het is zeer zeker opmerkelijk, dat in den Leidschen Demotischen papyrus wij de fabel van de dankbare muis en de leeuw, welke in netten verstrikt is, tegenkomen.

Rhodopis vertelde mij eens eene fabel van haar leermeester Aesopus: Een reiziger ontmoette een man, en vroeg dezen, hoe veel tijds hij noodig zou hebben om de naaste stad te bereiken. 'Loop! was het antwoord. 'Maar zeg mij eerst, hoe lang ik loopen moet om er te komen? 'Loop!

Daar de licht gekromde rug die zij in haar jeugd had gehad, langzamerhand een bult geworden was, had hij haar den naam Aisopion gegeven, dat is de kleine, vrouwelijke Aesopus.

Doch zij kende de levensgeschiedenis en de fabelen van Aesopus, die ook eens een slaaf was geweest, en vond het eervol bij hem te worden vergeleken. Toen Charmion Cleopatra verlaten had en ter ruste wilde gaan, vond zij Barine reeds in vasten slaap, doch Anukis wachtte haar op, en hare meesteres besprak met haar de droeve vrees voor Barine, die de Koningin bij haar had opgewekt.

Azotus, Azotos, eene der vijf hoofdsteden van de Philistijnen, dicht bij de kust, tusschen Ascalon en Iamnia, in het O.T. Asdod. Babrius, Babrios, grieksch dichter, die de fabels van Aesopus in verzen bracht. Hij leefde onder Domitianus of later, in elk geval vóór het einde van de 2de eeuw n.

Plato noemde zijn samenspraak over de onsterfelijkheid der ziel naar hem; zijn werken zijn alle verloren gegaan. Phaedra, Phaidra, dochter van Minos en Pasiphaë, gemalin van Theseus, moeder van Acamas en Demophon. In de nabijheid vindt men de bron Castalia. Hij schreef eene latijnsche bewerking van de fabels van Aesopus in iambische verzen. Bovendien heeft hij eigen novellen en anekdoten gedicht.

Cresus deed blijken, dat hij de oude Thracische vrouw gaarne zou leeren kennen, van wie Aesopus hem zooveel goeds en schoons had verhaald.

En hiermee zij dan de behandeling van Pittah de grijze Wolf beëindigd. Pittah, De Grijze Wolf, door Jack London, naar het Engelsen door S.J. Barentz-Schönberg. Een en ander heb ik indertijd in Het Jonge Leven aan één fabel uit het Pancatantra en één uit Aesopus gedemonstreerd. De beschikbare ruimte liet mij echter niet toe, ook hier beide verhalen te citeeren.

Het meisje nam met den dag toe in schoonheid, aanvalligheid en in verstand, en weldra werd zij door allen die haar kenden bemind en bewonderd. »Aesopus , de dichter der dierenfabelen, die toen evenzeer als slaaf bij Jadmon diende, had een bijzonder welgevallen in de aanminnigheid en geestigheid van het kind.

Aesopus, Aisopos, grieksch fabeldichter, tijdgenoot van Solon, een mismaakte dwerg, in Thracië of Phrygië geboren. Hij diende als slaaf verschillende heeren, doch kreeg later de vrijheid en ging reizen. Zoo kwam hij o. a. ook bij Croesus, die hem met eene zending naar Delphi belastte, waar hij wegens godslastering van een rots geworpen werd.