United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Na den slag wordt een doelmatiger indeeling toegepast en de tucht versterkt. De droomerige foerier wordt in zijn rustig leven gestoord. Hij raakt in onmin met zijn oversten; hij kan zich naar de noodzakelijkheid niet schikken en aardt niet in dat ruw gezelschap. In 1835 wordt hij gedegradeerd om zgn. nalatigheid en ongeschiktheid. Eigenlijk hindert hem dat weinig.

Ook aan moed ontbreekt het hem, als Castiliaansch edelman, geenszins. Daarbij is hij geestig en heeft aangename manieren, maar wat u misschien minder zal bevallen, maar wat ik u toch moet zeggen is, dat hij te veel aardt naar de overige jonge edellieden; hij is tamelijk losbandig. Weet gij dat hij op zijn leeftijd reeds tot twee tooneelspeelsters in betrekking heeft gestaan?"

58 En indien ik niet vóór den tijd gestorven ware, zoude ik, daar ik den hemel zoo welwillend jegens u zag, u troost tot het werk gegeven hebben, 61 maar dat ondankbaar en kwaadwillig volk, dat in de oudheid van Fiésole nederdaalde, en nog naar berg en rotssteen aardt, 64 zal zich door uwe goede daden, u tot vijand maken.

En ik heb ook levensblijheid in me, mevrouw! MEVR. ALVING. Ja, helaas; maar gooi je niet weg, Regine. REGINE. O, als dat gebeurt, dan zal het wel zoo moeten wezen. Als Oswald naar zijn vader aardt, dan zal ik wel naar mijn moeder aarden, denk ik.... Mag ik vragen, mevrouw, of dominee Manders weet van dit geval met mij? MEVR. ALVING. Dominee Manders weet er alles van.

Verlagende op deze werken nu de eischen van het zinnelijke leven en verlagende op de organisatie van het ligchaam de onbewerktuigde aardt.

Ons leven in Indië is tegen onze natuur, is gedwongen en zal eeuwig zoo blijven, en zoo min als de Inlander in Holland zou aarden, zoo min aardt ooit de Hollander en zijn nageslacht in Indië, tenzij dit laatste verinlandscht en daaraan ontkomt dit nageslacht dan op den duur ook niet. En toch in Holland teruggekeerd verlangt hij, die Indië leerde kennen, soms onbestemd naar dit land terug.

Dat antwoord beviel den ouden heer. Hij lachte, gaf haar een hand, en haar bij de kin nemende, lichtte hij haar gezicht op, bezag het ernstig en liet haar toen weer los, zeggende: "Je aardt naar je grootvader, al lijkt je dan ook uiterlijk niets op hem. Hij was een knap man, beste meid, maar wat nog beter is, hij was een braaf en een eerlijk man, en ik was er trotsch op zijn vriend te wezen."