United States or Iran ? Vote for the TOP Country of the Week !


Elk der verklaringen van deze drie mannen, die blijkbaar oprecht en te goeder trouw waren, hadden bij de aanwezenden een gemompel, een slecht teeken voor den beschuldigde doen ontstaan, welk gemompel telkens sterker werd en langer aanhield, wanneer een nieuwe verklaring zich bij de vorige voegde.

Intusschen stond de dreigende toekomst voor hem, de waarschijnlijkheid vermeerderde met elke minuut, en de aanwezenden huiverden met meer angst dan hij zelf, voor het vreeselijk vonnis, dat, naar het meer en meer scheen, hem zou treffen.

Wat men op de ontbloote voorhoofden der meeste aanwezenden zag, was een met droefheid gemengde geestdrift. Ook zag men hier en daar tusschen deze, door zoovele geweldige, maar edele aandoeningen bewogen menigte, wezenlijke galgengezichten en eerloos geboefte, dat zeide: "laat ons plunderen!" Sommige bewegingen beroeren den bodem der moerassen en doen in het water het slijk opborrelen.

De soort van verklaringen, welke hij op goed geluk af er uit wierp, kwamen hortend en stootend te voorschijn, en gingen gepaard met de beweging van een houthakker die hout klooft. Toen hij geëindigd had, barstten de aanwezenden in een schaterend gelach uit. Hij zag het publiek aan, en toen hij zag dat men lachte, begreep hij niet waarom, en begon zelf mede te lachen. 't Was vreeselijk!

Na deze beschouwingen ging hij tot Jean Valjean zelven over. Wie was Jean Valjean? Beschrijving van Jean Valjean: een monster uitgebraakt door enz. Het model van dergelijke beschrijvingen vindt men in het verhaal van Theramenes, dat zonder nut is voor 't treurspel, doch aan de rechterlijke welsprekendheid dagelijks groote diensten bewijst. De aanwezenden en de gezworenen huiverden.

Ik werd door de omstandigheden genoodzaakt, als een ongeluksvogel dezen vroolijken kring binnen te dringen. Weet dan mannen, want ik mag mijn tijd niet met onnutte voorbereidingen verspillen, verraad en overrompeling bedreigen u!" Al de aanwezenden sprongen als door den bliksem getroffen overeind.

Joan zette den voet op de streep, keek even naar de kegels en wierp toen den bal over de baan op een zoo onverschillige wijze en met zooveel onoplettendheid, dat geen der aanwezenden dacht dat hij een kegel raken zoude.

Allen die er waren "gonsden dat na" om de uitdrukking van een der aanwezenden te gebruiken. De opgewondenheid was zoodanig, dat een werkman eens in een volle herberg riep: "Wij hebben geen wapens!" Een zijner makkers antwoordde: "De soldaten hebben er!" aldus, zonder er aan te denken, Bonapartes proclamatie aan het leger van Italië parodieerende.

Adelgonde ontwaarde dat sommigen der aanwezenden hen konden bespieden; zij moest een antwoord geven. Snel trok zij hare hand terug en fluisterde zacht: "Alonzo, ik bemin u!" Dadelijk verwijderde zij zich, en liet den jongeling in de zaligste verrukking achter.

En dit behoefde ook niet. Ze stond daar ongemoeid en veilig op haar tafeltje. Hy riep, maar ze hoorde niet. Met onderzoekende scherpte liet ze haar blikken dwalen over de aanwezenden. Toen haar oog dat van Wouter ontmoette, kromp hy in-een: ze wilde hem niet kennen! O God, o God, ze veracht me, snikte hy. D