United States or Fiji ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen deze dame uit eenige gezegden van George had opgemaakt dat hij van Kentucky was, scheen zij bijzonder genegen om kennis met hem te maken, in welk oogmerk zij werd bijgestaan door de aanvalligheid van haar dochtertje, dat zulk een aardig speelpopje was, als ooit de verveling eener veertiendaagsche reis met eene stoomboot verminderde.

Het meisje nam met den dag toe in schoonheid, aanvalligheid en in verstand, en weldra werd zij door allen die haar kenden bemind en bewonderd. »Aesopus , de dichter der dierenfabelen, die toen evenzeer als slaaf bij Jadmon diende, had een bijzonder welgevallen in de aanminnigheid en geestigheid van het kind.

Aan het Vuurvogeltje kan men niet slechts wegens zijn sierlijke kleuren, maar ook wegens zijn aanvalligheid en lieftalligheid veel genoegen beleven. Hoogstens in de middaguren zoekt het in het schaduwrijke loover der altijd groene boomen beschutting tegen de drukkende zonnehitte. Overigens is het bezig, zoolang de zon boven de kim staat en vliegt onverpoosd van twijg tot twijg, of trippelt met groote bedrijvigheid op de takken, op de huizen en ook op den bodem rond. Wat de snelheid van 't vliegen betreft, wordt het slechts door zeer weinige verwanten overtroffen, ongetwijfeld is geen hunner echter met een zoo rusteloozen ijver bezield. In de laatste maanden van het droge seizoen is het ruien afgeloopen; zoodra de eerste lenteregen valt, ongeveer in het begin van September, begint de voortplantingsperiode. Tot dusver waren de Vogels tot zwermen vereenigd; deze verdeelen zich nu in paren, die onbeschroomd in de dorpen en steden komen en uitzien naar een geschikte nestelplaats onder het dak van een der kegelvormige, van stroo vervaardigde huizen of van een der dobbelsteenvormige leemen hutten der inboorlingen. Hier wordt op den een of anderen geschikten grondslag een verwarde hoop van droge halmen bijeengebracht, die, een goed afgeronde, maar toch volstrekt niet zorgvuldig bekleede nestholte bevat. Ingeval van nood broedt het Vuurvogeltje op boomen of zelfs dicht bij den bodem. Het nest bevat 3

Moeder had er zoo wel wel heur schik in, ze zag den jongen geern om zijne aanvalligheid en omdat zijn vriendelijk gezelschap zoo'n deugd deed aan haren Odo. André was anders ook een flinke boerenzoon en ze merkte met behagen dat hij trek had naar Julie en hoe dat het meisje zoo blij voldaan weêrlonkte en ze leutig uitbloeiden zoo gauw ze bijeen kwamen.

Ze trad binnen; eene edele en fiere gestalte, terwijl de lange, witte sluier, in welken ze gewikkeld was, de aanvalligheid en het gebiedende van hare gestalte eerder overschaduwde dan bedekte. Hare houding was ook eerbiedig, zonder dat er de minste zweem van vrees, of eenige wensch om gunst te verwerven, in doorstraalde.

Zij merkte de aanvalligheid van Katya op, en daar haar eigen kinderen zoowat van denzelfden leeftijd waren, kwam de begeerte bij haar op hun het meisje als speelpop te geven. Zonder eenigen omslag, zonder de familie te raadplegen, noch den meester, wien zij toebehoorde, nam ze haar op, als een kat, die men op zijn weg vindt; zij droeg haar in haar rijtuig en reed verder.

Een te huis lief en waard, dewijl die woning, ten gevolge van overleg en werkzaamheid, van eene gehuurde in eene eigene is verkeerd, een te huis liever en waarder nog, dewijl de telkens in grooter mate genoten geriefelijkheden des levens de blosjes lang op de wangen der gade doen wijlen, en er dikwijls in den lach der vreugde een' zweem van jeugdige aanvalligheid op terugroepen een te huis, liefst en waardst bovenal, om het gekeuvel der kleinen, voor welke zich, hoe rap zij ook opgroeijen, nog sneller uitzigten openen, daar tien, vijftien, twintig jaren stipte eerlijkheid, in allengs toegenomen zaken, honderdvoude belooning met zich brengen.

Het nieuwe leven vond weerklank in heel het wezen van 't jonge meisje, alles vond ze mooi en goed; ze toonde haar liefde met die maagdelijke aanvalligheid, welke, niet anders dan reine gedachten ziende, het waarom van valsch schaamrood niet kent. Toch dekte ze zich het gelaat met den waaier, wanneer men haar eens vroolijk plaagde, maar dan lachten haar oogen en doorliep een tinteling haar leden.

Het zou dacht Betsy, dus stil zijn in haar groot huis op het Nassauplein; het lachte haar niet toe nu, alleen met Henk, uit de stad te gaan; liever wilde zij in het begin van den winter, wanneer Eline getrouwd zou zijn, een reis naar het Zuiden maken en het was dus zoowel uit verlangen naar afleiding als uit diplomatieke aanvalligheid, dat zij Vincent vroeg gedurende den tijd, dien Eline afwezig zou zijn, zijne tenten bij hen te komen opslaan.

Terwijl zij nog al de onnoozele aanvalligheid der kindsheid behield, liet zij zich toch dikwijls, als ware het onwillekeurig, woorden ontvallen van zulk een diepzinnige beteekenis, van zulk eene vreemde, bovenaardsche wijsheid, dat zij naar eene ingeving geleken. Wanneer dit gebeurde, voelde St.