United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


Denkt ge inderdaad, dat er onderscheid is tusschen hen, die in de bekende grot van Plato de schaduwen en beelden der verschillende dingen aanstaren, mits hun verlangen maar niet verder gaat en zij niet ontevreden worden met hun lot, en den wijze, die, na de grot verlaten te hebben, de werkelijke dingen ziet?

Hierop volgde er van den oude een, dikwerf door Frerik afgebroken verhaal van 't geen er na zijn vertrek, met Bart en 't geld, bij den b'ron, met Doortje, en 's middags met de tabak gebeurd was, zoodat, toen hij ten slotte nogmaals de vraag uitte: "Wat zal 't einde wêzen....?" hij den kleinzoon vragend bleef aanstaren, en de kleinzoon hem.

"Goejen dag," zegt ook Alfred, en mede opstaande vertrekt hij met zijn vader, die hem buiten de woning de hand drukt en over het geval nooit meer zal spreken. Wessels de oude, en Wessels de jonge, waren als Doortje, door het voorgevallene zóó verbluft dat ze elkander een geruimen tijd verbaasd bleven aanstaren.

't Is hem onmogelijk om een woord te spreken, nu hij de trillende broederhand vat die hem werd toegestoken, terwijl die afgetobde blauwe oogen hem zoo onverklaarbaar gevoelvol aanstaren. "Papa ook;" herneemt August: "Brave man! Hier blijven allebei Mevrouw Van Hake.... Virginie!" zegt hij weer luider. "Och Philip, roep je vrouw; hij wil haar zien;" zegt Eva snel: O hoe helder spreekt hij nu.

Eerst kwam ik bij Chrysippos, een langen, mageren, dwazen ouden man, die, toen ik hem zeide, dat Alexander hem wenschte te zien, mij strak, zonder oogen of lichaam te bewegen, bleef aanstaren, toen een boek nam, ging zitten lezen en niets zeide.

De lange zwarte wimpers der actrice gingen naar beneden. Zij las. Philip bleef haar aanstaren. Nu zij gelezen heeft zegt ze: "Die brief mag hem niet onder de oogen komen Philip. Ik kon evengoed de Alma spelen, als jij hem dien brief sturen." "Wat meen je?" "Je oordeelt en veroordeelt zonder onderzoek." "Weet ik dan niet....?"

Ik hief het tweede couplet aan, toen ik een man met een jas en een vuilen hoed naar mij toe zag komen. Eindelijk! Ik zong nog lustiger. Zeg eens! riep hij, wat doe-jij hier, kwajongen! Ik hield eensklaps op, onthutst door die vraag en bleef hem met open mond aanstaren, terwijl hij nog dichterbij kwam. Komaan, krijg ik haast antwoord? Ik zing, mijnheer.

Ik kan mijn oogen niet sluiten of ik zie de twee gezichten mij aanstaren, zooals op het oogenblik, toen mijn boot op hen aanvoer. Ik vermoordde hen vlug, maar zij vermoorden mij nu langzaam en zoo ik nog den nacht beleef, zal ik toch voor morgen dood of krankzinnig zijn. Ge zult me toch niet alleen in een cel opsluiten, mijnheer?

De twee laatste coupletten had hij met een bijzondere afwisseling in zijne stem en van gelaatsuitdrukking gezongen. Hij werd door vrees en hoop geslingerd. Zijn instrument gleed langs hem op den vloer neder, en somber bleef hij het portret aanstaren, waarin hij de trekken der bezongene schoone zoo duidelijk herkende.

En door de stille tranen, die zijn oog verduisterden, zag hij het schoone afbeeldsel, waarop de laatste zonnegloed der roode westerkim als eene vurige stralenkroon deed glanzen, hem voortdurend met zijnen lieven en onveranderlijken glimlach aanstaren. De laatste bloempjes zijn ontloken.