United States or São Tomé and Príncipe ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Het lijkt wel of je meer van me hebt verwacht, dan ik je nu aanbied." Maar de jongen dacht aan zorgelooze dagen en vroolijke grapjes, aan avonturen en vrijheid, en tochten hoog boven de aarde, die hij misloopen zou, en hij huilde hardop van droefheid. "Ik geef er niet om, of ik een mensch word!" zei hij. "Ik wil met u meê naar Lapland." "Ik moet je wat zeggen," zei Akka.

De Leeuw van Vlaanderen, welke ik heden mijn inschrijvers aanbied, is een werk dat meer historisch is dan er voor de schriften van die aard vereist wordt, de aantekeningen welke onder de bladzijden gevoegd zijn, geven de getuigenissen onzer Kronieken, onder dewelke ik de Excellente Cronike, in de boekzaal van Antwerpen berustende, tot richtsnoer heb genomen.

Hij schreef »Piet Uys" en »Ingnas Prinsloo" alsmede vele korte stukken en gedichten; ook vertaalde hij veel uit het engels, vooral van Tennyson en Longfellow. Philippolis, 30 Sept. 1915. Het boekje, dat ik hiermede het Hollands lezend Publiek aanbied, handelt over een tijdvak in de Geschiedenis van Zuid-Afrika, dat ten volle onderzoek en beschrijving waard is.

»Gij hebt slechts te kiezen," antwoordde Cambyzes. »Buigt u onder mijn schepter, laat uw land onder den naam van de Massagetische provincie bij Perzië inlijven, ontvangt met den vereischten eerbied een satraap, als vertegenwoordiger van mijn persoon, of beschouwt u als mijne vijanden, en rekent er dan op, dat gij door mijne legers tot dezelfde dingen gedwongen zult worden, die ik u thans uit goedwilligheid aanbied.

"Hoor eens, barien! geef je zooveel moeite niet," zei hij van tijd tot tijd. "Ik zal met weinig tevreden zijn... dat is te zeggen, ik zal tevreden zijn met hetgeen ik daarginds zie... Ja, ik zal er mee tevreden zijn." "Nee, nee," antwoordde de oude Kniesj, "sta me toe dat ik u eens iets fatsoenlijks aanbied! Sta me dat toe, Mijnheer!... Mag ik ook uw naam weten?"

Zij vloeit uit dezelfde bron. Zij getuigt het in haar "Voorberigt," als zij verklaart: "Aan de Verhandeling van den Hooggeleerden Heer D. J. van Lennep, Over het belangrijke van Holland's grond en oudheden voor gevoel en verbeelding, welke Verhandeling ik op den 30e Januarij 1827 het genoegen had, door den opsteller te hooren voordragen, is het werk, hetwelk ik thans mijnen landgenooten aanbied, deszelfs wording verschuldigd.

"Oordeel niet te hard over mij, wat ik u bidden mag", vervolgde Iwein, "ik streed met hem in een eerlijk tweegevecht, waartoe hij mij uitdaagde en ware de strijdkans hem gunstig geweest, dan zou hij misschien een volgend maal gevallen zijn. Daarom, smeek ik u, wees niet vertoornd op mij, maar aanvaard mijne diensten, die ik u aanbied!"

Dit is de eerste kennismaking met de ezeljongens; maar eerst als men de Arabische taal machtig is en, in plaats van het koeterwaalsch der drie of vier door hen geradbraakte talen, hun eigen taal met hen kan spreken, leert men ze kennen. De eene zegt: "Kijk toch eens, Mijnheer, naar den Ezel, dien ik u aanbied, een echte locomotief in vergelijking met de dieren, die de andere jongens u aanprijzen!

Voordat Rémi hierop antwoordt, vervolgde zij, moet hij goed bedenken, dat het geen leven van louter pleizier is, dat ik hem aanbied, maar dat hij wel degelijk moet werken; hij moet studeeren en Arthur in al zijn lessen volgen; hij moet dit wel in overweging nemen en vergelijken met zijn vorige vrijheid.

Als ik mijn vrienden iets aanbied, zei Feizi, dan dient het toch ook iets redelijks te zijn. Maar ik heb u nog iets anders te vertellen. En wel omtrent de vergadering die er gisteravond in het paleis werd gehouden en waarbij ik u gaarne tegenwoordig had gezien.