United States or Macao ? Vote for the TOP Country of the Week !


VALKENIER, 807, die in dezen meer te vertrouwen is dan it aade Friesche Terp, 245, dat dezen aanval tusschen den 8 en 9 September stelt. Na den vijand alzoo tweewerf tegenstand geboden en teruggeslagen te hebben, had men zelfs den moed, hem in het veroverde Overijssel aan te vallen en verliezen toe te brengen.

Zie de opsomming daarvan in VAN LEEUWEN'S Aantt. op It aade Friesche terp, Leeuw. 1834, 291; VAN RIJN'S Aantt. en Nabericht op de Oudheden en Gestichten van Vriesland, Leiden 1723, I 88, II 357; YPEIJ, Gesch. v. d. Ned. taal, I 150; de Voorrede van het Stamboek van den Frieschen Adel, Leeuw. 1846, bl. II; ACKER STRATINGH, II 108 en bij vele anderen. De omvang en toestand van het Oude Friesland.

Waarschijnlijk zal ik onder de Bijlagen eene Lijst van al de Kloosters opnemen. Het aantal verschillende gebouwen, waaruit die gestichten veelal bestonden, is opgenoemd door den Heer VAN LEEUWEN in de Aantt. op it aade Friesche terp, bl. 440.

Op dezen druk, beginnende met het jaar 313 voor Christus geboorte en eindigende 1677, volgde een tweede, uitgegeven te Haarlem 1743, getiteld: It aade Friesche Terp, of Kronyk der Geschiedenissen van de Vrye Friesen, met een Bijvoegsel gaande tot de geboorte van Willem Karel Hendrik Friso.

Zie mede de vroeger vermelde schrijvers en VAN LEEUWEN'S Aantt. op it aade Friesche Terp, 453 env.

In het voorberigt hiervan komen eenige ophelderingen daaromtrent voor, en mede in zijn Beknopt Overzigt van de Friesche Geschiedenis, waarvan het eerste gedeelte voorkomt achter van Leeuwen's uitgave van it aade Friesche Terp, bl. 289, 298, 300, en vertaald in het Friesch Jierboeckjen, foar 1831 en vervolgens. Aant. 3, op bladz. 18. Oude Handels-geschiedenis.

Alles geschiedde overeenkomstig de zeden der oude Germanen, die hier het langst bewaard bleven . Naar aanleiding van WIARDA'S werkje over de Landdagen der Friezen bij Upstalboom, gaf de Heer Mr. A. TELTING daarvan in de Leeuw. Cour. 1831, N^o. 79 eene Herinnering, welke voor een groot gedeelte is overgenomen in VAN LEEUWEN'S Aantt. op it aade Friesche terp, bl. 399.

Het is echter mijn plan niet, om in deze Aanteekeningen uitbreidingen te geven van het verhaalde of kritische aanmerkingen en toevoegselen daarop, gelijk de Heer J. van Leeuwen heeft gedaan achter den nieuwen druk van it aade Friesche Terp, welk belangrijk werkje ik bij deze zeer aanbeveel aan allen, die uitvoeriger narigten omtrent vele punten wenschen te vernemen.

Over de Friesche kerken en kloosters kan men uitvoeriger berigten vinden in: SCHOTANUS, Beschrijvinge end Chron. 298; Oudheden en Gestichten, I 24 en verv.; FOEKE SJOERDS, Beschrijving, I 64, 635; Tegenwoordige Staat, I 32, 251, 434; VAN HALMAEL, in het Friesch Jierboeckjen foar 1834, XV, en de Lijst der Kloosters achter het Stamboek van den Frieschen Adel; VAN LEEUWEN, Aantt. op it aade Friesche terp, 395, 405, 440.

Des Lotrik, in den jaare 630, een hoop volk byeen rukkende, onverwagt in Friesland viel. Waar over Beeroald hem omtrent het dorp Englum hef hoofd bied. En als Lotrik hem zag, die hy meinde al dood te zyn, zei hy op zyn plat Fries: Ach duw aade schiere bolle, bistu dir salm! Het welk terstond voor Lotriks ooren komende, week hy niet uit den stryd, voor dat hy Beeroald gedood hadde.