United States or Paraguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men wijze hierbij niet op de bedijking van de Zijpe in 1597 en van den Wieringerwaard in 1608, en op die van den Waard- en Groetpolder in 1843 en van den Anna Paulownapolder in de jaren 1845-1847.

Of hem de tocht naar Manila te Bantam reeds was aanbevolen, weten wij niet, maar het is wel zeer waarschijnlijk, daar hij zich geheel houdt aan het advies, dat Matelieff aan Van Caerden hieromtrent 4 Jan. 1608 heeft gegeven . Na eerst op de moeilijkheid te hebben gewezen, om met onze vuile schepen de vlug bezeilde Chineesche jonken in de Philippijnsche wateren te achterhalen, geeft hij den raad om met twee groote vaartuigen, die krachtig genoeg waren om den vijand te weerstaan, en twee jachten "dapper op de seylage gemaeckt", voor Manila te gaan kruisen.

Van Caerden deed dit niet, maar zette, na een mislukte poging om Djohore te bereiken, direct koers naar Ambon en vandaar naar Ternate, waar hij den 18en Mei 1608 aankwam.

In 1608 werd het slot herbouwd door Jacob van den Einde, den toenmaligen bezitter der heerlijkheid. Nog werd het uitgebreid in 1879-81, en het laatst onderging het veranderingen in 1888.

Het was den 6den van Sprokkelmaand in het jaar 1608, dertien jaren dus na het in de vorige bladzijden vermelde nachtelijk avontuur, dat het vorstelijk 's-Gravenhage een feestelijk aanzien had. Vlaggen wapperden van de meeste gebouwen, drukte en gewoel heerschte alom op straten en pleinen, rijtuigen en wagens, menschen te voet en te paard verdrongen elkander en joelden in bonte kleuren dooreen.

In Februari 1608 werd Shakespeare's eerste kleinkind, Elizabeth, geboren, dat 21 Febr. gedoopt werd; het bleef het eenigst kind der ouders, en het eenig kleinkind, dat de dichter gezien heeft. In September van hetzelfde jaar stierf zijn moeder en werd te Stratford begraven.

Maurits stelde zich aan het hoofd der oorlogspartij, en nam de pers, tegen wier uitspattingen in de Staten-Generaal ernstige klachten ingebracht werden, in bescherming; doch al zijne pogingen bleven vruchteloos. Hendrik IV zond den Nederlanders den 23en October 1608 een brief, waarin hij o. a. zeide: "Ik heb uwen twijfel aangaande mijnen goeden wil U zeer kwalijk genomen.

Gelukkig, dat BOGERMAN, die in 1608, als predikant te Leeuwarden, zoo zeer geijverd had tegen de Doopsgezinden, die beginselen ook niet op hen toepaste; en nog gelukkiger, dat juist de strijd tegen de Remonstranten de oorzaak werd, dat de Doopsgezinden sedert 1611 eenige verademing genoten en geene verstoring of vervolging hadden te lijden.

Dat deze invloed niet groot was, kunnen wij lezen uit een brief van Jacques l'Hermite, opperkoopman te Bantam, in November 1608 geschreven aan de bewindhebbers te Amsterdam: "Ick vreese, sooder geen ordre in dit eylandt gestelt en wort, eens qualick zal afloopen, want dagelycx in moetwille toenemen en daer en is nyet wel remedie toe, tensy dat men se met gewelt dwinght, dwelck oock zijn zwarickheden heeft.

Dat Matelieff reeds zeer goed het groote nut inzag, dat wij konden trekken uit de vijandschap van dezen sultan met de Spanjaarden, blijkt wel uit den raad, dien hij aan den Hollandschen vlootvoogd Van Caerden gaf, toen deze den 6en Januari 1608 te Bantam verscheen . Hij haalde hem over naar de Molukken te stevenen en drukte hem op het hart toch vooral de Spanjaarden op Ternate niet roekeloos aan te tasten, maar zich veeleer met den sultan van Mindanao te verbinden, opdat hij met diens hulp den Spanjaarden allen toevoer uit Manila zou kunnen afsnijden.